Winkeliers Oud-Beijerland tussen hoop en vrees
Normaal trekken de winkelstraten in Oud-Beijerland op een dinsdag aardig wat publiek. Nu is het muisstil. Niet-essentiële winkels zijn gesloten. Toch brandt er in een enkele zaak licht. „We hopen dat we na vrijdag weer echt open mogen.”
In de Bijbelkiosk aan de Oostdijk is het sinds de lockdown erg stil geworden, vertelt Marianna de Kruif (67). Ze omschrijft zichzelf als inkoper en allrounder. Samen met twaalf andere vrijwilligers runt ze het winkeltje. Normaliter is ze twee dagen in de week in de Bijbelkiosk te vinden.
Deze dinsdag is ze er samen met penningmeester Rob Bremer (70). Hij komt zo nu en dan langs om de boekhouding op te halen. Het gaat hen beiden aan het hart dat de deuren dicht moeten blijven. „Ons voornaamste doel is om mensen in aanraking te laten komen met het Evangelie”, zegt Bremer. „We missen vooral de goede gesprekken”, aldus De Kruif.
Ze vertelt dat, net voor de lockdown, een nonchalante jongere de winkel binnenstapte. „Je kent dat wel, met zo’n petje op. Hij vertelde mij dat hij een Bijbel wilde kopen. Toen ontstond er een heel mooi gesprek. Ik hoorde later via via dat hij dat ook als een fijn gesprek had ervaren. Als ik zoiets hoor, kan mijn dag niet meer stuk. Daar doe ik het voor.”
Huurprijs
Nu de winkel dicht is, betekent dat niet alleen dat veel goede gesprekken wegvallen. Ook de omzet loopt terug.
Bremer: „Ons voornaamste doel is niet het maken van winst, maar we hebben wel geld nodig om te kunnen overleven. Zeker tijdens de eerste lockdown zijn we op de been gebleven dankzij de steunmaatregelen van de overheid en doordat we van de eigenaar van dit pand korting op de huurprijs kregen.”
Daarnaast kan de Bijbelkiosk rekenen op trouwe klanten, vertelt De Kruif. Sommigen van hen bestellen producten via de webshop en komen die vervolgens afhalen bij de winkel. Aan de voordeur kan met de pin worden afgerekend. „Bij oudere klanten die moeilijker naar de winkel kunnen komen, leveren we de bestelling thuis af.”
Ondanks de orders van vooral trouwe klanten, verwacht Bremer dat het ook dit jaar moeilijk zal worden in financieel opzicht. De Kruif vindt dat jammer: „Als we winst maken, kiezen we met alle vrijwilligers een goed doel uit om daar een donatie aan te geven. Maar door de tegenvallende omzet is dit de laatste jaren helaas niet gelukt.”
Twijfels
Zowel De Kruif als Bremer hopen dan ook dat het kabinet vrijdag met goed nieuws komt, al hebben beiden daar niet veel fiducie in. „Ik denk dat misschien de sportscholen open mogen, maar verder verwacht ik niet veel”, aldus Bremer. „Ik heb echt mijn twijfels of de overheid het goed aanpakt met de verschillende maatregelen, maar het is ook moeilijk om het goed te doen. Ik heb er wat dat betreft gemengde gevoelens bij.”
De Kruif neemt de overheid ook niet veel kwalijk. „Als we wat meer naar het kabinet hadden geluisterd en de coronaregels hadden nageleefd –zoals afstand houden en het dragen van een mondkapje– had het niet zover hoeven komen. Maar het zit niet zo in onze aard om gehoorzaam te zijn.”
Hoewel ze beiden geen al te hoge verwachtingen hebben van de persconferentie, houden ze vertrouwen in de toekomst. „We gaan er gewoon voor. We vertrouwen op God; Hij heeft hier een plan mee”, aldus De Kruif. Bremer: „Die wetenschap geeft ons pas echt houvast.”