CPB betwijfelt of nieuwe kabinet vele miljarden wel kan uitgeven
Het nieuwe kabinet wil de komende jaren miljarden spenderen om Nederland verder vooruit te helpen, maar het is de vraag of dit allemaal binnen de kabinetsperiode gaat lukken.
Het Centraal Planbureau (CPB) wijst in een doorrekening van het coalitieakkoord op de grote krapte op de arbeidsmarkt. Je kunt dan wel veel extra overheidsuitgaven plannen, maar het zal heel lastig worden om genoeg geschikt personeel te vinden om alles uit te voeren.
De belangrijke adviseur van het kabinet houdt er daarom rekening mee dat niet alle geplande middelen binnen de kabinetsperiode kunnen worden besteed. Dit speelt met name voor de plannen op het gebied van defensie en voor de woningbouw. Juist hier spelen zaken als het vinden en opleiden van geschikt personeel, leveringsproblemen en de doorlooptijd van aanbestedings- en vergunningprocedures een belangrijke rol.
Het CPB waarschuwt daarnaast dat de grote omvang van het pakket negatieve bijeffecten kan hebben. Het risico bestaat dat extra overheidsuitgaven eerder de lonen en prijzen zullen aanjagen dan de economische activiteit, geven de rekenmeesters bijvoorbeeld aan. En dat terwijl de inflatie de laatste tijd al erg hoog is. Ook zouden de de financiële lasten voor toekomstige generaties fors toenemen, doordat bijvoorbeeld de staatsschuld oploopt.
Over de gehele linie zal de economie door de gemaakte plannen wel harder groeien dan anders het geval zou zijn geweest. Daarbij is de verwachting dat de werkgelegenheid bij de overheid en in het onderwijs zal toenemen, en dat de werkloosheid zal dalen. Op de langere termijn zou het coalitieakkoord leiden tot een lichte daling van de structurele werkgelegenheid, maar ook tot een iets gelijkere inkomensverdeling. Het nieuwe beleid zou er verder voor zorgen dat de lichte afname van de koopkracht van huishoudens wat wordt gecompenseerd.
Anders dan in het verleden hebben de coalitiepartijen hun plannen niet op voorhand laten doorrekenen door het CPB, ook omdat niet alle maatregelen al tot in detail zijn uitgewerkt. Dat zou meer ruimte moeten bieden aan bewindslieden en aan de Tweede Kamer om hun stempel te drukken op het beleid. Maar de Tweede Kamer nam daar geen genoegen mee en vroeg formateur Mark Rutte om toch een doorrekening te laten maken, nog voor het debat over de regeringsverklaring. Dat staat voor volgende week dinsdag en woensdag op de agenda.