KLM aast op onderhoud JSF
Luchtvaartmaatschappij KLM en technologieconcern Stork azen samen op het onderhoud aan de motoren van de Joint Strike Fighter (JSF). De Koninklijke Luchtmacht steunt het initiatief.
KLM en Stork zullen begin volgend jaar proberen staatssecretaris Van der Knaap van Defensie voor hun plannen te winnen. Vooruitlopend op het eventuele onderhoud van de JSF wil KLM namelijk ook de motoren van de Nederlandse F-16’s voor zijn rekening nemen. De luchtvaartmaatschappij en de luchtmacht zijn hierover al langere tijd met in elkaar in gesprek. De luchtmacht voert op dit moment het onderhoud aan de F-16-motoren zelf uit. Stork is verantwoordelijk voor het zogenaamde airframe.
KLM en Stork willen met hun poging het JSF-motoronderhoud binnen te slepen eventuele buitenlandse concurrenten voor zijn. „Als we nu niets doen, zijn we bang dat een ander Europees land met de opdracht aan de haal gaat”, aldus A. Rutten, bij KLM verantwoordelijk voor de onderhoudsdivisie. De opdracht zou volgens hem prima passen in de door de Amerikanen beloofde compensatieorders voor de JSF. Dit nieuwe gevechtsvliegtuig moet vanaf 2012 de F-16 vervangen.
De Nederlandse industrie wil bovendien een distributiecentrum voor JSF-onderdelen naar Schiphol halen, aldus Rutten. Lockheed Martin, de Amerikaanse fabrikant van de JSF, wil in verschillende delen van de wereld logistieke knooppunten inrichten. KLM aast al langer op deze logistieke opdracht.
KLM beschikt over voldoende onderhoudscapaciteit in het 40.000 vierkante meter tellende nieuwe onderhoudscomplex voor vliegtuigmotoren op Schiphol-Oost, dat KLM-directeur P. F. Hartman vrijdag officieel heeft geopend. Het onderhoud van de motoren van de gevechtsvliegtuigen zou op deze locatie moeten plaatshebben.
KLM heeft 75 miljoen euro geïnvesteerd in de bouw van deze KLM-’motorenshop’. Monteurs nemen nu 200 vliegtuigmotoren per jaar in onderhoud, de werkplaats beschikt over een maximale capaciteit van 350 motoren per jaar. Nog verdere groei is eenvoudig te accommoderen. KLM verricht onderhoud voor verschillende maatschappijen: Air France, Virgin, Royal Jordanian, Martinair, Pakistan International Airlines, Air Universal, China Eastern, Cargolux en Air European.
KLM en Air France hebben na hun fusie het onderhoudswerk zoveel mogelijk eerlijk verdeeld. De Nederlanders nemen de motoren van de Airbus 330 onder handen, terwijl de Fransen motoronderhoud van de Boeing 777 doen. De Fransen hebben hun uitbreidingsplannen voor onderhoud aan de Airbus 330 in de ijskast gezet.
Door efficiencyvoordelen besparen de gecombineerde luchtvaartbedrijven zeker 100 miljoen euro per jaar, omdat de maatschappijen drie tot vier reservemotoren minder nodig hebben.