Jetten: koploper klimaatbeleid worden vergt veel inspanningen
Het zal de komende tijd „heel veel inspanningen” vragen om koploper te worden op het gebied van klimaat, zoals D66 graag zou zien. „Niet alleen van mij maar van het hele kabinet en iedereen in het land.” Dat zei beoogd minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten van die partij voorafgaand aan zijn gesprek bij formateur Mark Rutte.
In zijn rol als Tweede Kamerlid werd Jetten door VVD’er Klaas Dijkhoff een „klimaatdrammer” genoemd, waarna hij die titel als een geuzennaam overnam. „Het was een paar jaar geleden echt nodig om als klimaatdrammer het thema hoog op de politieke agenda te krijgen”, zegt hij daar nu over. „Gelukkig met het vorige kabinet al eerste stappen gezet, en nu ligt er een heel ambitieus coalitieakkoord op klimaat en energie.” Hoe die ambities precies waargemaakt moeten worden, zegt hij de komende tijd uit te gaan werken.
Jetten ging er „tot diep in de formatie” van uit dat hij in de Tweede Kamer de D66-fractie ging leiden, vertelde hij na het gesprek met de formateur. Toen Sigrid Kaag hem „op het laatste moment” vroeg of hij minister voor Klimaat en Energie wilde worden, heeft hij daarnaar eigen zeggen „een nachtje goed over moeten slapen”. Dat hij uiteindelijk toch het kabinet in wil, komt vooral door de inhoud van zijn nieuwe portefeuille. „Heel eerlijk: ik denk dat ik tegen een ander ministerschap nee had gezegd.”
Rutte voert woensdag in zijn rol als formateur voor de derde dag gesprekken met beoogde bewindslieden. Na Jetten ontvangt hij Hans Vijlbrief die zich als staatssecretaris Mijnbouw vooral met de gaswinning in Groningen zal bezighouden. Later volgen onder anderen de beoogd ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Henk Staghouwer) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ernst Kuipers).