De leukste tuin van Nederland
Dwalen over de Floriade is dwalen door ”De leukste tuin van Nederland”. Vanaf zaterdag is het oordeel aan de bezoeker. Kijken is belangrijk op de wereldtuinbouwtentoonstelling. Luisteren ook. Naar de verhalen achter de inzendingen.
Bij elk van de meer dan 300 presentaties op het immense Floriade-terrein (65 hectare) hoort zo’n verhaal. „Zonder ons geen Floriade”, durft de ontwerper van de inzending van Wageningen Universiteit en Research Centrum rustig te beweren. „Wij zijn een van de belangrijkste spelers in de agro-wereld.” Thijs van der Wal is maar wat trots op zijn grote vuurvlinder.
Het beest van kleurig zeildoek oogt als een reusachtige vliegtuig. „Qua afmetingen zeker”, weet Van der Wal. Met een lengte van 49 meter, een spanwijdte van 56 meter en een hoogte van 7 meter is de stand simpelweg niet over het hoofd te zien. Kosten: een slordige 300.000 euro.
De vlinder verbeeldt het thema: ”Een kleurrijke ontdekking”. Past prima bij een universiteit, vindt de ontwerper. „Studeren, onderzoek doen. Dat zijn ontdekkingen. En wij willen ook ontdekt worden door het grote publiek.”
De bezoeker kan ook nog wat leren. Spelenderwijs. „Welke invloed heeft iemand op zijn leefomgeving. Wat belast het milieu meer? Een kiwi uit Nieuw-Zeeland of een appel uit Nederland? We proberen mensen te laten zien dat de westerse wereld ecologisch gezien op een te grote voet leeft. Zou de hele wereldbevolking zich zo opstellen, dan hadden we wel drie aardbollen nodig.”
Ook bij de inzending van de rijksoverheid -”Nederland straks”- staat het educatieve aspect centraal. Wat is de kwaliteit van onze leefomgeving? En wie bepaalt die kwaliteit? De burger dus, samen met die overheid.
Driekwart van de stand is onbebouwd. Daar liggen wandelpaden en staan bomen. En kunstwerken. Een kwart van de ruimte wordt in beslag genomen door een enorme steigerstellage. Die verhouding is ook van toepassing op Nederland, legt voorlichter Ep Booneman uit. „Nederland is wat dat betreft dus nog lang niet vol. De hoogte van de steiger laat zien dat er op een klein oppervlak best ruimte te creëren valt.”
De overheid trok 3,5 miljoen euro uit voor het project. „Let op”, aldus Booneman, „er staat hier niets dat straks niet kan worden hergebruikt.” De bezoeker kan via beeldschermen direct melden wat-ie vindt. „Bijvoorbeeld: Er staan er te weinig bomen in Zwolle.
Een tuin zonder bloemen is niet af. De Floriade telt er miljoenen. Het wisselen van de seizoenen zorgt ervoor dat de wereldtuinbouwtentoonstelling er telkens anders zal uitzien. De stand van Vertucor, een tulpenveredelingsbedrijf, is op dit moment een plaatje om in te lijsten. Tot 16 april. Daarna zijn de voorjaarsheesters aan de beurt. En daarna de chrysanten. Enzovoort.
Voor Vertucor-directeur Geert Hageman is de Floriade „een hobby. Voor ons bedrijf is het niet heel belangrijk om op een dergelijke tentoonstelling te staan. Wij willen de mensen simpelweg laten genieten.” Dat kan. Vertucor voerde zo’n vijftig soorten tulpen aan. „Excentriek soms”, vindt Hageman zelf. „Neem deze crispa-tulp. Die hebben we dezer dagen voor het eerst naar de veiling gebracht.” Het kost al gauw 20 tot 25 jaar om een nieuw soort tulp in voldoende hoeveelheden in de markt te zetten. „Vijfduizend tulpen is niks, een veilingkar vol misschien.”
Een paar kilometer verderop, tussen verschillende inzendingen van Europese landen, pronkt Oostenrijk met een heuse wijngaard. Hier geen mensen om het verhaal te vertellen. Wel informatiepanelen. Oostenrijk heeft een wijncultuur van meer dan 2000 jaar. ”Vogelseuchen” en ”Klapotetz” verjagen „diefachtige vogels.” Ach so. Een Colombiaans echtpaar en hun twee kinderen kijken de ogen uit. Dat ze op de Floriade ronddolen is min of meer toevallig. „We kwamen eigenlijk voor de Keukenhof.” Het verschil is hemelsbreed niet eens zo heel veel kilometers.
Nee, de vriendelijke Indonesische mevrouw van het Jakarta Paviljoen woont niet zelf in zo’n traditioneel Betawi-huis met veel hout en bamboe. Jakarta is immers een moderne stad. „In de regio staan ze wel”, vertelt ze. De rijk met houtsnijwerk versierde veranda dient als ontmoetingsplaats voor familie, vrienden en bekenden. Als variant op de tuin, zeg maar. Koffiedrinken, roken, een beetje eten, babbelen en voorbijgangers bekijken behoren tot het standaard sociale gedrag. Op zich hoef je daarvoor niet naar Indonesië…
De Big Spotters’ Hill -een piramide van 40 meter hoog- is letterlijk een rustpunt. Vooral na de klim. Maar ook om het overzicht te behouden. Want dat ben je zomaar kwijt in ”De leukste tuin van Nederland”.