Grens Turkije moet slecht voedsel weren
Turkije zal stevige, veilige grenzen moeten realiseren om op het gebied van landbouw en voedselveiligheid in aanmerking te komen voor Europees lidmaatschap.
Onderzoekers van Wageningen Universiteit stellen dat het aanleggen van de benodigde infrastructuur de „grootste uitdaging” voor het land is.
Stevige buitengrenzen zijn voor de Europese Unie belangrijk. Ze vormen het slot op de deur voor voedsel dat niet aan de minimumeisen voldoet. Ook heimelijke import van dieren -gezond, ziek of onder de maat- zal Turkije straks als buitengrens van Europa moeten tegenhouden. Volgens de onderzoekers zal het land er een hele kluif aan hebben die rol adequaat te kunnen vervullen bij toetreding tot de Unie.
De onderzoekers constateerden vrijdag in hun rapport dat voor de Turkse landbouw- en voedselsector nog een hoop werk aan de winkel is voordat toetreding kan plaatsvinden. De ontwikkeling en het productieniveau van de sectoren blijven ver achter bij de Europese standaard. Er moet meer aandacht komen voor voedselkwaliteit en de agrarische sector, die nu nog op tal van manieren beschermd is, zal moeten worden voorbereid op de vrijemarkteconomie.
De onderzoekers verwachten dat tijdens de eerste jaren van een eventueel Turks EU-lidmaatschap dieren, vlees en zuivel aan de Turkse grens gecontroleerd zullen worden. In het land waren nog altijd verschillende besmettelijke dierziekten rond die vrij verkeer van deze producten verhinderen.
Ondanks het vele werk dat in het verschiet ligt, menen de onderzoekers dat een lidmaatschap van Turkije goed kan zijn voor de Europese economie. „Turkije kan een interessante en groeiende markt worden voor de Europese voedselverwerkende en retailindustrie. Als exportland maar ook om direct in te investeren.”
In de Wageningse rapportage is berekend dat Turkije als lid van de EU 11 tot 18 miljard euro subsidie krijgt.