Nederland heeft steeds gezegd dat het ruimen van omliggende boerderijen verplicht is volgens een Europese richtlijn. De advocaat-generaal is het daar niet mee eens, kijkend naar de letterlijke tekst. Volgens hem voorzien Europese regels niet in de ruimingen, maar sluiten ze ook niet uit dat landen het wel doen. De advocaat-generaal stelt dat de nationale rechter moet uitmaken of de staat te ver is gegaan. Bij het ruimen moet rekening worden gehouden met het eigendomsrecht en het principe van de evenredigheid.

Het advies loopt vooruit op een arrest van het Hof van Justitie over enkele maanden. De zaak was aangespannen door de boeren Van Schaijk uit Ravenstein en Tempelman uit Wenum (Oene). De Rijksdienst Vee en Vlees (RVV) had hun dieren laten ruimen omdat in de nabijheid het besmettelijke mond- en klauwzeer was vastgesteld. De boeren maakten daar bezwaar tegen.

Hun zaak diende aanvankelijk voor het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Die had voor een goed oordeel over de Europese regels uitleg gevraagd aan het Hof van Justitie in Luxemburg.

Om de uitbraak van mond- en klauwzeer in Nederland te bestrijden zijn ongeveer 265.000 koeien, schapen en andere dieren gedood. Bij 26 boerderijen is de besmettelijke dierziekte vastgesteld.