Opinietoegespitst

Een generatie gaat heen

Het recente overlijden van ds. L. H. Oosten, medeoprichter van het RD, stemt weemoedig. Het doet beseffen: een generatie van voormannen gaat heen. Hun plaatsen zijn ingenomen door anderen. Wat was kenmerkend voor de mannen van de gaande generatie? Welk leiderschap is nodig voor de toekomst?

Laurens van der Tang
18 December 2021 14:41
Herdenking van Bas van der Vlies in de Tweede Kamer.  beeld Dirk Hol
Herdenking van Bas van der Vlies in de Tweede Kamer.  beeld Dirk Hol

Vorige week was het ds. Oosten. De maand ervoor
oud-SGP-leider ir. B. J. van der Vlies. Eerder waren het L. M. P. Scholten en mr. dr. J. T. van den Berg. Ze gingen heen. Alle vier vertegenwoordigden zij een generatie voormannen in de gereformeerde gezindte van het oude stempel. Ze overleden tijdens de coronapandemie, hoewel niet allen door corona.

Wat was het dat deze vier mannen –met alle verschillen– gemeenschappelijk hadden? Wie hen ziet als behoudzuchtige types die vooral op de rem trapten, vergist zich. Zij waren eerder bouwers met visie. De start van het RD was kenmerkend. Wim Kranendonk schreef erover (RD, 29 maart): „Mensen die bekend waren met de dagblad- en uitgeverswereld, gaven najaar 1966 de vijf SGP’ers uit Driebergen die een christelijke krant wilden starten, geen schijn van kans.”

„Toch durfden ze het aan, hoewel het een zaak van lange adem was en het initiatief aanvankelijk weinig steun kreeg. Het SGP-hoofdbestuur hield de boot af. Vertegenwoordigers van (…) de Gereformeerde Bond en de Gereformeerde Gemeenten (…) namen een afwachtende houding aan.” Ironisch detail: men was bang dat de plannenmakers extreme opvattingen hadden.

Het RD was bepaald niet het enige nieuwe initiatief in de jaren zestig en zeventig. Er werden allerlei organisaties gestart, onder meer op het gebied van Bijbelvertaling en -verspreiding (GBS), onderwijs (Van Lodenstein, Guido de Brès) en ouderen- en gehandicaptenzorg (Winterdijk, Siloah). De initiatieven waren niet alleen defensief en gericht op de eigen gezindte, maar hadden soms ook een meer missionair karakter. Zo ontstonden bijvoorbeeld organisaties op het gebied van zending (Mbuma, Bonisa), steun aan de vervolgde kerk (SDOK), bescherming van het ongeboren leven (VBOK) en hulp aan daklozen (Ontmoeting).

Kortom, de vier mannenbroeders maakten deel uit van een generatie van bouwers in een snel veranderende tijd, waarin het christelijk geloof naar de marge van de samenleving werd gedrongen. Maar zij zaten bepaald niet op hun handen. De genoemde mannen waren natuurlijk lang niet overal bij betrokken. Ze staan wel model voor een generatie die de koe bij de horens vatte.

Kenmerkend

Wat kenmerkte hen als personen? Ze waren ingetogen en bescheiden. Immer stemmig donker gekleed. Dienende leiders zonder veel verbeelding. Betrokken, maar niet dominant. Principieel, maar niet bekrompen. Integer. Ds. Oosten en Van der Vlies maakte ik mee in het bestuur van de SRP. Ds. Oosten was als voorzitter niet sterk sturend. Hij kon een discussie lange tijd laten lopen, om op een gegeven moment kalmpjes aan te kondigen dat het volgende agendapunt aan de orde was. Van der Vlies zat vaak stil te luisteren. Maar als hij iets te berde bracht, legde het gewicht in de schaal. Beiden bezaten een mengeling van diepe ernst en olijke humor.

Ze waren bezonnen. Zeker Scholten en Van den Berg waren wijze denkers en daarom geliefde adviseurs, hoewel op verschillende manieren. Van den Berg vooral bestuurlijk-juridisch, Scholten meer Bijbels-theologisch-
ethisch. Hoewel elk van de vier gehecht was aan de eigen kerkelijke wortels, zagen ze het belang van interkerkelijke samenwerking en wisten ze bruggen te bouwen.

Natuurlijk waren ze mensen met gebreken, zondaren dus, maar toch maakten ze indruk, ook buiten de eigen kring. Ze werden gewaardeerd om hun betrouwbaarheid, menselijkheid, deskundigheid en beginselvastheid. Ze getuigden, soms zonder woorden, maar onmiskenbaar en herkenbaar. De toespraak van premier Rutte bij de herdenking van Van der Vlies in de Tweede Kamer was veelzeggend. Hij begon waar Van der Vlies eindigde bij zijn afscheid van het parlement: Soli Deo Gloria.

De gaande generatie heeft inmiddels plaatsgemaakt voor de nieuwe. Die staat in een nieuwe tijd, met nieuwe vragen. De gaande generatie diende in een maatschappij waarin christelijke overtuigingen weliswaar hadden afgedaan, maar nog wel begrepen werden. Men vond het niet vreemd dat er mensen waren die de Bijbel zagen als absoluut gezaghebbend. Er was respect voor beginselvastheid, en de vrijheid van geweten werd erkend als een wezenlijk grondrecht. Daarom was er ruimte om te bouwen aan de eigen zuil, vaak op kosten van de overheid, en werd in wetgeving rekening gehouden met uitzonderingen vanwege „gemoedsbezwaren.”

De gaande generatie heeft die ruimte benut. De nieuwe generatie moet nu strijden voor het behoud ervan. Ze doet dat bestuurlijker, soms assertiever, fleuriger gekleed, meer ”media-savvy”, maar met minder natuurlijk gezag. Aan nieuwe initiatieven komt ze nauwelijks meer toe. Die tijd lijkt goeddeels voorbij. Ze krijgt ook meer haat te verduren.

Veranderende samenleving

Wat voor leiderschap is nodig om staande te blijven in een veranderende samenleving, als het waar is dat die geleidelijk een meer antichristelijk en zacht totalitair karakter krijgt? Rod Dreher geeft adviezen in zijn recente boek ”Live not by Lies”. Hij schreef dit op basis van ervaringen van christenen die overleefden achter het IJzeren Gordijn en signaleren dat ze in onze tijd zorgwekkende overeenkom­sten beginnen te zien met wat ze eerder meemaakten.

Volgens Dreher komt het –vrij vertaald– aan op leven in waarheid en weigering om mee te gaan met leugens, ook als dat negatieve consequenties heeft. Ook op waar geloof gegrond in het Woord. Op het blijven herinneren en cultiveren van de geschiedenis die de samenleving het liefst wil uitwissen. Op gezinnen als ”resistance cells”, waarbij gezinnen sterke kernen zijn die trouw blijven aan het Woord. En op de bereidheid om ”het geschenk van lijden” te ontvangen.

De nieuwe generatie zal het vermoedelijk zwaarder krijgen dan de oude. Alleen een nauw leven met God kan hiervoor bekwaam maken. Waarachtig persoonlijk geloof is daarom allernoodzakelijkst. Het is nodig voorbereid te zijn op een nieuw tijdsgewricht. „Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga. Want zie, de Heere zal uit Zijn plaats uitgaan om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over hen te bezoeken…” (Jes. 26:20-21a).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer