Plan om eigen woning als vermogen te belasten berust op kapitale denkfout
Een van de grote uitdagingen voor het nieuwe kabinet is de nijpende situatie op de woningmarkt. Voor grote ingrijpen lijkt het echter niet het juiste moment.
Deskundigen verwachten dat koopwoningen ook volgend jaar weer met dubbele cijfers in waarde zullen stijgen, en dat terwijl huizen in 2021 ook al meer dan 12 procent duurder werden. Aspirant-kopers bieden, opgejut door media en makelaars, tegen elkaar op en drijven zo de prijs naar ongekende hoogten. Zolang die bubbel niet barst, is er geen uitweg uit deze race naar de top.
Het nieuwe kabinet staat voor een lastige uitdaging, omdat het geen mogelijkheden heeft om eigenhandig iets te doen aan de hoofdoorzaak van de snel gestegen prijzen. Hoewel meerdere factoren een rol spelen, mag duidelijk zijn dat de oververhitte woningmarkt allang zou zijn afgekoeld bij een rentepercentage van bijvoorbeeld 5 procent. Dat lijkt nu onvoorstelbaar hoog, maar was nog niet zo heel lang geleden gangbaar.
Omdat het rentebeleid een Europese aangelegenheid is, zal gekozen moeten worden voor andere instrumenten om de prijsstijgingen een halt toe te roepen en verdere scheefgroei te voorkomen. Het aangekondigde bouwen van nieuwe woningen is een voor de hand liggende optie, maar biedt waarschijnlijk weinig soelaas door de aanhoudende bevolkingsgroei, het tekort aan vakmensen en de sterk gestegen bouwkosten.
Tegelijk lijkt het nieuwe kabinet terug te schrikken voor grote ingrepen, zoals het overhevelen van de eigen woning naar box 3. Fiscaal gezien een lucratieve maatregel, want met de sterk oplopende huizenprijzen groeit de waarde van de woning in een tempo waar niet tegenop te sparen valt. Bij een eventuele verhuizing van de eigen woning naar box 3 stijgt het eigen vermogen op papier spectaculair, zelfs als verder geen cent opzij wordt gezet.
Deze maatregel hangt al meer dan een decennium boven de markt en keert regelmatig terug in beleidsaanbevelingen. Tijdens de zich voortslepende kabinetsformatie pleitten zowel het IMF als DNB voor een dergelijke ingreep. Om deze weg in te slaan zijn echter ingrijpende fiscale hervormingen nodig waar dit kabinet haar vingers niet aan lijkt te willen branden.
Huizenbezitters met veel overwaarde kunnen voorlopig dus opgelucht ademhalen, hoewel het onderwerp daarmee natuurlijk niet van de politieke agenda is verdwenen. Grootste probleem blijft dat de aanbevelingen berusten op een kapitale denkfout. Los van het feit dat overwaarde ook zo weer kan verdampen, is het een hardnekkige misvatting dat het mogelijk zou zijn om koophuizen goedkoper te maken door woningbezitters op kosten te jagen.
In de praktijk betekent een dergelijke maatregel waarschijnlijk vooral dat huiseigenaren de in de loop der jaren ontvangen hypotheekrenteaftrek met terugwerkende kracht moeten terugbetalen. Het genoten fiscale voordeel zou zo wel eens een muizenval kunnen blijken te zijn die dichtklapt op het moment dat de huizenprijzen misschien wel alle records breken.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl