LTO: lat voor stikstofreductie onhaalbaar hoog
Het nieuwe kabinet legt de lat voor stikstofreductie „onhaalbaar hoog”. Dat zegt Sjaak van der Tak, voorzitter van land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland in een reactie op de coalitieplannen. Volgens Van der Tak is sprake van een verdubbeling van de reductie van het eerder vastgelegde doel. Hij waarschuwt ook dat de nieuwe plannen tot „grote teleurstellingen” zullen leiden. Daarbij ontbreekt het aan een economische doorrekening. Dan rest vooral de vraag of er voor boeren nog wel wat te verdienen valt, stelt LTO.
In het coalitieakkoord reppen VVD, D66, CDA en ChristenUnie van het versnellen van de doelstellingen in de Wet Stikstofreductie en natuurverbetering. De doelen die voor 2035 golden, moeten volgens de nieuwe afspraken tegen 2030 zijn gerealiseerd, waarbij alle sectoren evenredig bijdragen. Bij recente wetgeving ging de overheid volgens de organisaties nog uit van een afname van 26 procent in 2030. In het nieuwe akkoord is dit 50 procent.
Boeren, milieuorganisaties en ondernemerspartijen als VNO-NCW en Bouwend Nederland kwamen afgelopen voorjaar nog met een gezamenlijk plan om uit de stikstofcrisis te komen. De voorstellen zouden er voor zorgen dat de stikstofuitstoot in 2030 zo’n 40 procent lager zou liggen. Daarmee was volgens LTO een bedrag van 15,3 miljard euro voor nodig. Volgens een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving was de uitvoering van die plannen al uiterst ambitieus. LTO erkent dat veel van het gevraagde geld er komt. „Maar er wordt eenzijdig een schep tot 50 procent bovenop gedaan”, aldus de organisatie.
Volgens LTO vragen de versnellingen die worden voorgesteld om extra overheidsinvesteringen. Daarnaast zit er een grens aan wat van boeren kan worden gevraagd. „We moeten voorkomen dat boeren naar het buitenland worden verjaagd”, aldus LTO. De organisatie gaat graag het gesprek aan met de nieuwe minister van Landbouw over de juiste besteding van het in te stellen stikstoffonds van 25 miljard euro. Volgens de coalitiepartijen wordt dat budget in overeenstemming met provincies vrijgegeven. Ook wordt daarbij gekeken naar de opgaven die er zijn voor ook natuurherstel, klimaat en water.