Dostojevski kan helpen Oost en West nader tot elkaar te brengen
Wat verenigt Europa nu echt? Mijn antwoord is vandaag: Dostojevski. Door heel Europa besteedden kranten en tijdschriften vorige maand aandacht aan zijn 200e geboortedag.
De Russische schrijver overbrugt blijkbaar veel verschillen. Oost en West groeien momenteel uit elkaar. De digitale ontmoeting van Biden en Poetin deze week heeft het wantrouwen niet weggenomen. Het Kremlin is nog steeds bang voor de NAVO, en omgekeerd is het beslist niet anders.
Dat wantrouwen klinkt ook door in de media. Maar Fjodor Dostojevski (1821-1881) is blijkbaar zo’n Russische auteur van wie iedereen houdt. Misschien zit daarin wel een aanknopingspunt voor een vreedzame toekomst.
Een paar jaar geleden bezocht ik in Moskou het huis waar hij ter wereld kwam. Toen Poetin er onlangs kwam, werd het museum wat extra aangekleed. Ik kwam nog in een kaal gebouw dat in Fjodors jeugd een hospitaal voor de armen was.
In dit huis kreeg hij zijn vorming. Of zijn misvorming; ‘t is maar hoe je het bekijkt. Ooit luidde het antwoord van een Amerikaanse auteur op de vraag hoe je een groot schrijver wordt: Een ongelukkige jeugd. De Rus is daarop geen uitzondering. Toen zijn vader later dood werd aangetroffen, voelde Fjodor zich in elk geval schuldig. Het verhaal over ”De gebroeders Karamazov” is dus niet helemaal verzonnen.
Tegelijk was dit het huis waar hij vertrouwd raakte met de Bijbel. Ik las dat hij verknocht was aan het boek Job. Kijk, aan zo’n detail heb je iets. Job bestaat grotendeels uit lange gesprekken, die ook nog eens gaan over schuld en boete. Dat lijkt heel erg op Dostojevski.
In die dialogen kom je kernachtige uitspraken tegen. Zoals deze uit ”De gebroeders Karamazov”, die ik wel in interviews heb gebruikt: Als God niet bestaat, is alles geoorloofd.
Via station Dostoyevskaya ging ik weer terug. Onderweg las ik ”De speler”, een van de weinige pockets van deze reus. ‘t Is dat die metro vol zat, maar anders had ik af en toe geroepen: Niet doen, joh, hou op! Je ziet gewoon hoe iemand zijn fortuin vergokt. Jammer genoeg ook niet volledig fictie.
De volgende dag trok ik op met een christelijk echtpaar uit Moskou. Ik vroeg hen of Dostojevski nu wel zo opbouwend is. De verhalen zijn zo grof, zo bloederig, zo vol roekeloosheid. Neem zo’n goksverslaving, die wens je toch niemand toe?
Nee, zeiden zij. Er zit veel zonde in zijn verhalen. Maar nooit wordt die als aantrekkelijk voorgesteld. ”De speler” is zo’n beetje het beste medicijn tegen de speelverslaving.
Ik denk dat zij gelijk hebben. Veel literatuur is erop gericht de zonde te verheerlijken. Maar bij Dostojevski is er niets vermakelijks aan; daar leidt de zonde alleen maar tot ongeluk.
Toch wel mooi dat deze schrijver in heel Europa wordt gelezen en gewaardeerd. Regelmatig zag ik de afgelopen weken dit citaat voorbij komen: „Als iemand in staat was te bewijzen dat Christus buiten de waarheid stond, zou ik liever bij Christus blijven dan bij de waarheid.”
Dat is diep gezegd. En ook raadselachtig. Misschien had het geholpen als Biden en Poetin deze week daarover hadden gesproken. De kwestie Oekraïne was daarmee niet opgelost. Maar het had wel kunnen helpen om het vertrouwen terug te krijgen.