Vaccinatieplicht is in strijd met gewetensvrijheid
Hoewel de besmettingscijfers de afgelopen dagen de weg naar beneden gevonden lijken te hebben en code zwart in de ziekenhuizen lijkt te zijn afgewend, is het risiconiveau in Nederland nog altijd ernstig.
Menigeen gaat gebukt onder de nieuwe maatregelen: minder kerkbezoek, minder ontmoetingen met dierbaren, vaker thuiswerken. Daarbij speelt de onzekerheid over de ernst van de omikronvariant velen parten.
In verschillende Europese landen is, gezien de ernst van de situatie, een vaccinatieplicht voor heel of voor een deel van de bevolking ingesteld of in voorbereiding. Ook in Nederland valt het woord inmiddels regelmatig. Recente uitspraken van premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge doen de argwaan toenemen. Zo zei Rutte onlangs een vaccinatieplicht niet te kunnen uitsluiten. De Jonge gebruikte soortgelijke woorden, terwijl hij afgelopen zomer in een interview in het Reformatorisch Dagblad nog heel stellig was: „Geen vaccinatieplicht. Nu niet en nooit niet.”
Er zijn echter tal van redenen om niet over te gaan tot een vaccinatieplicht. De meest principiële is dat een verplichting indruist tegen verschillende grondwettelijke vrijheden: de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en het grondrecht op de integriteit van het menselijke lichaam. Een vaccinatieplicht staat haaks op de vrijheid van het geweten om zonder dwang van buitenaf een afweging te maken zich al dan niet te laten inenten.
Het opgeven van dergelijke wettelijke vrijheden ten gunste van de volksgezondheid is het overschrijden van een principiële grens. Daarvoor moeten politiek en overheid halt houden. Het is daarom goed om een dergelijke grens nog eens te markeren, om te voorkomen dat zo’n horde onder politieke of maatschappelijke druk, bij toenemende besmettingen of nieuwe coronavarianten vloeibaar wordt.
Daarnaast, in Nederland bestaat al jarenlang een grote vaccinatiebereidheid. De huidige vaccinatiegraad van ruim 85 procent bewijst dat. Met het instellen van een vaccinatieplicht zou de overheid deze bereidwilligheid wel eens op het spel kunnen zetten.
Juist woensdag bleek uit een peiling van I&O Research dat er in Nederland geen meerderheid is voor een vaccinatieplicht: 43 procent van de Nederlanders is het oneens met de stelling: ”Diegenen die nu niet gevaccineerd zijn, moeten verplicht worden zich te laten vaccineren”. Iets meer dan een derde (36 procent) is voor een verplichting. Met name kiezers van FVD en SGP blijken faliekant tegen (91 respectievelijk 89 procent is het oneens met bovengenoemde stelling). Zo’n peiling zou politieke partijen terughoudend moeten maken een debat over een vaccinatieplicht te beginnen. Deze uitkomsten zijn juist een stimulans grondwettelijke vrijheden te respecteren. Een overheid kan haar burgers oproepen en stimuleren zich te laten inenten en kan daarvoor stevige argumenten gebruiken, maar het invoeren van een vaccinatieplicht past een overheid niet.