„Syrische president wilde Jeruzalem bezoeken"
De Syrische president Bashar al–Assad wilde vorige jaar naar Jeruzalem komen en het Israëlische parlement (Knesset) toespreken als een gebaar van goede wil om daarna het vredesproces tussen Syrië en Israël te hervatten. De Israëlische premier Ariel Sharon weigerde echter op het aanbod in te gaan, aldus het Israëlische dagblad Maariv woensdag.
De krant baseert zich op hooggeplaatste bronnen binnen het leger en de politiek. Die zeggen dat met de afwijzing een „gouden kans" is gemist om het vredesoverleg te hervatten „in ideale omstandigheden". Al–Assad kwam met het voorstel tijdens geheime contacten tussen Jeruzalem en Damascus begin 2003, aldus Maariv.
De gesprekken hadden plaats in Jordanië. De Israëlische delegatie werd geleid door de toenmmalige directeur–generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Eitan Bentzur. Syrië stuurde Maher al–Assad, de broer van de president. Volgens Maariv namen de Israëli’s het voorstel zeer serieus, aldus Bentzur in de krant.
Israëlische militaire functionarissen zagen het voorstel van al–Assad als een positieve stap. Minister Shalom van Buitenlandse Zaken pleitte eveneens voor het hervatten van de dialoog met Syrië. Alleen Sharon was tegen, aldus de bronnen. „De contacten waren zeer serieus. Het spijt mij dat er in Israël mensen waren die ze verwierpen", aldus Bentzur.
Minister Shalom erkende woensdag dat er vorig jaar geheime contacten waren geweest tussen Israël en Syrië, maar dat het niets had opgeleverd. Het overleg stopte toen de media er melding van maakten, aldus de bewindsman. „De atmosfeer was positief en allerlei utopische ideeën werden te berde gebracht", zei Shalom volgens het Franse persbureau AFP. Maar de discussies leverden niets op, voegde hij eraan toe.
Israël veroverde in de oorlog van 1967 de hoogvlakte van Golan op Syrië. In 2000 was de toenmalig premier Ehud Barak dicht bij een akkoord met de inmiddels overleden Syrische president Hafez al–Assad. De overeenkomst liep stuk op details. Sharon weigert de Golan terug te geven. Hij wil dat Damascus eerst radicale Palestijnse groepen gehuisvest in Syrië en de sjiitische beweging Hezbollah in Libanon aanpakt.