Binnenland

Scholieren vinden lenen heel normaal

Voor bijna een kwart van de middelbare scholieren is geld lenen de normaalste zaak van de wereld. Gemiddeld staan jongeren tussen de 12 en 18 jaar voor 77 euro in het krijt bij anderen. Dat zijn meestal vrienden of ouders.

Binnenlandredactie
1 December 2004 11:43Gewijzigd op 14 November 2020 01:57Leestijd 3 minuten

Dit blijkt uit een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) onder 5500 scholieren. De resultaten werden vanmiddag gepresenteerd op het Vader Rijn College in Utrecht.

Scholieren op het vmbo lenen aanzienlijk vaker dan leerlingen op de havo of het vwo. Een op de vier vmbo’ers leent wel eens. In de onderbouw van havo en vwo is dat ook nog 23 procent, maar in de hogere klassen zakt dit naar respectievelijk 18 en 14 procent. Gemiddeld gaat het om 77 euro per scholier.

Naast de schulden die de scholieren opbouwen zegt 8 procent van de ondervraagden iets op afbetaling te hebben gekocht. Gemiddeld moeten deze jongeren 180 euro afbetalen. Ook heeft 4 procent van de leerlingen nog een rekening openstaan van gemiddeld 147 euro. „De pubers lenen vooral voor snoep en snacks, daarna voor kleding en de mobiele telefoon”, aldus het Nibud. Vmbo-leerlingen zeggen vaker voor de mobiele telefoon te lenen dan de andere scholieren.

Dit is het achtste onderzoek dat het Nibud sinds 1984 onder scholieren heeft gehouden. Het instituut constateert dat jongeren net als hun ouders last hebben van de economische tegenwind. In vergelijking met het vorige onderzoek, twee jaar geleden, blijkt het inkomen van jongeren nauwelijks gestegen. Nu heeft een scholier gemiddeld 115 euro per maand te besteden, tegen 113 euro in 2002. Tussen het scholierenonderzoek 1999/2000 en het rapport uit 2002 hadden de scholieren nog een inkomensstijging van 20 procent.

Een twaalfjarige heeft gemiddeld zo’n 53 euro per maand te besteden. Als hij achttien jaar oud is, is dat bedrag opgelopen tot zo’n 350 euro. Jongens hebben maandelijks gemiddeld 20 euro meer te besteden dan meisjes. In de eerste vier klassen van de drie schooltypen zijn de vmbo-leerlingen het rijkst. Ze beschikken per maand over 122 euro, havo-scholieren over 92 en vwo’ers over slechts 79 euro.

Jongeren verdienen hun geld vooral met werken. Vanaf het vijftiende jaar heeft meer dan de helft van de leerlingen een bijbaantje. Het aantal jongeren dat werkt en de inkomsten uit baantjes zijn de afgelopen twee jaar iets gedaald. Dat wordt volgens het Nibud gecompenseerd door de ouders. Gemiddeld krijgen negen van de tien scholieren geld van hun ouders. Jongens krijgen per maand 45 euro en meisjes 51 euro. Jongens verdienen weer meer geld met hun baantje (154 euro per maand) dan meisjes (116 euro).

Verder groeit de groep jongeren zonder spaargeld. Twee jaar geleden zei 5 procent van de scholieren geen spaarcenten te hebben. Dat is nu bijna verdubbeld naar 9 procent. De niet-spaarders zitten vooral op het vmbo. Volgens het Nibud leggen minders ouders en grootouders geld apart voor hun kinderen, terwijl juist meer leerlingen zijn gaan sparen. Ruim driekwart (77 procent) van de jongeren spaart, tegen 71 procent twee jaar geleden. Het gemiddelde bedrag dat iedere maand opzij wordt gelegd, is wel gedaald: van 38 euro naar 34 euro.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer