Nieuwe Bijbelvertaling is niet nodig
Het is opvallend dat de roep om een nieuwe Bijbelvertaling steeds sterker wordt. De oorzaak hiervan zit dieper dan het veranderde taalkleed. Laten we deze zaak bij de bron aanpakken en niet staan naar symptoombestrijding in de vorm van een andere vertaling.
In het RD 20-11 geeft dr. P. de Vries aan dat kerken het initiatief moeten nemen tot een nieuwe Bijbelvertaling die zo veel mogelijk aansluit bij de Statenvertaling (SV).
De redenen die de scribenten aanvoeren zijn nagenoeg identiek. De Bijbel in de Statenvertaling (SV) is niet meer van deze tijd. Het taalkleed is verouderd. Er staan in de SV te veel, volgens dr. De Vries zelfs honderden, oude woorden in waarvan we van de kinderen op de basisschool niet mogen verwachten om die nog te laten leren.
Reeds geruime tijd geleden vond men al dat het taalgebruik van de SV verouderd was. Om de leesbaarheid voor met name de jonge mensen te verbeteren is de HSV ontstaan, die inmiddels breed ingang in de gereformeerde gezindte heeft gevonden. Toch is deze uitgave voor velen een worsteling, daar men enerzijds de SV niet wil loslaten, maar ook gevoelig is voor het argument om voor de jeugd ”met de tijd mee te gaan”. Vandaar dat nu in vele gezinnen en op vele kerkbanken zowel de SV als de HSV aangetroffen wordt.
Liefde tot SV
Met name door de GBS en met hen een grote groep uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte wordt vastgehouden aan de Statenvertaling. Uit de opkomst bij inloopdagen en toogdagen, georganiseerd door de GBS, blijkt dat bij velen de liefde tot de aloude Statenvertaling nog steeds aanwezig is.
Om aan het bezwaren tegemoet te komen, geeft de GBS in haar huidige uitgaven onder aan de pagina de huidige betekenis van verouderde woorden weer. Ook is een lijst van verouderde woorden met hun huidige betekenis toegevoegd. Hierdoor kan de SV gehandhaafd blijven en wordt de leesbaarheid vergroot. Voor velen blijkt dit toch niet voldoende te zijn, en daarom bezint de GBS zich momenteel opnieuw op vergroting van de leesbaarheid.
Het is opvallend dat de roep om hertalingen steeds sterker wordt. Voor mij zit de oorzaak hiervan dieper dan het veranderde taalkleed. In onze jeugd werd uitsluitend de SV in de kerk, op school, in het gezin en persoonlijk gelezen. Zo raakten we vertrouwd met deze Bijbel en de bijzondere zinsopbouw. De ook toen al verouderde woorden werden door ons allen mét de huidige betekenis gewoon aangeleerd en vormden geen enkele barrière voor de leesbaarheid.
Ontbreekt het in onze huidige tijd niet aan een afnemende belangstelling voor het veelvuldig lezen uit de Bijbel? Ik ben ervan overtuigd dat als op jonge leeftijd reeds begonnen wordt onze kinderen veelvuldig hardop te laten lezen uit de SV, ook zij vertrouwd zullen raken met het taalkleed van de SV. Waarom zouden de verouderde woorden niet kunnen worden aangeleerd? Ze leren op de basisschool op jonge leeftijd reeds Engels. Laten we deze zaak bij de bron aanpakken en niet staan naar symptoombestrijding in de vorm van een andere vertaling.
Niet devalueren
Het zijn de woorden Gods die ons zijn toebetrouwd. Daarom dient de Bijbel als een bijzonder Boek gezien te worden en mag die niet gedevalueerd worden tot een gewoon gemakkelijk leesbaar boek. Als we onze (jonge) kinderen met eerbied onder biddend opzien, overeenkomstig onze doopbelofte, intensief begeleiden in het lezen en bestuderen van de SV zou er nog een zegen overgelaten kunnen worden. Laat hierin in onze gezinnen toch geen luiheid gevonden worden! Dit alles in het besef dat de Heilige Geest de eerste en eigenlijke Uitlegger van Zijn Woord is.
Opmerkelijk is dat de heer L. M. P. Scholten, oud-directeur van de GBS, in 1987 in Terdege (16-9) schreef dat „het moeilijke van de Statenvertaling grotendeels niet haar 17e-eeuwse Nederlands is, maar haar Hebreeuwse Nederlands. De Dordtse synode had de vertalers opgedragen, zich eerbiedig aan de oorspronkelijke tekst te houden. Zij moesten de Hebreeuwse en Griekse zegswijzen letterlijk overzetten, tot in de volgorde der woorden toe –zolang het Nederlandse taaleigen het maar enigszins toeliet– opdat, zoals het op de synode werd gezegd, ”de lezers bekend zouden worden met de taal van de Heilige Geest.” De 17e-eeuwer sprak zijn buurman ook niet aan in de taal van de Statenvertaling, maar hij begreep die taal wel en in de kerk wilde hij die verheven taal ook, omdat hij een diep besef had dat de levende God sprak.”
Kerkelijke eenheid
Er bestaat helaas veel verwarring in gezinnen en in de kerken, zelfs op synodaal niveau, over welke vertaling nu de beste zou zijn en welke er eventueel moet komen. Wat zou het een zegen als, omwille van de eenheid, de gelederen gesloten zullen worden om de SV als de belangrijkste en de enige te hanteren en een nog verdergaande verdeeldheid binnen onze gereformeerde gezindte, met Gods hulp en onder Zijn zegen, kan worden voorkomen. Een spreekwoord luidt: ”Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”.
De auteur is oud-ambtsdrager.