Honderden doden na noodweer Filipijnen
Hevige regenval heeft op de Filipijnen veel overstromingen en aardverschuivingen veroorzaakt, waardoor al bijna vijfhonderd mensen om het leven zijn gekomen of vermist zijn geraakt. Dat heeft de regering in Manilla woensdag gemeld. Er is sprake van 345 doden en 152 vermisten.
Met name het noorden van de eilandengroep is getroffen. De doden vielen vooral in de steden Real, Infanta en General Nakar in de provincie Quezon. De bruggen die de drie steden verbinden zijn door de stormvloed ingestort, daardoor is de regio vrijwel ontoegankelijk voor reddingswerkers.
De bevelhebber van de luchtmacht vreest dat het dodental nog zal stijgen. „Het hele gebied is bedekt met modder en het water blijft stijgen." Volgens getuigen steken alleen de daken van gebouwen nog boven het water uit.
Communistische opstandelingen hebben in de provincie Bulacan tien militairen gedood, die slachtoffers van de overstromingen waren komen helpen. Dit heeft een militaire woordvoerder woensdag laten weten.
De vice–gouveneur van de provincie Quezon zei „dat illegaal houthakken een van de hoofdredenen kan zijn waardoor de steden zijn getroffen". Door het verdwijnen van bomen worden aardverschuivingen veroorzaakt.
De Filipijnse presidente Gloria Macapagal Arroyo, die op het overleg van Zuidoost–Aziatische landen in Laos aanwezig is, keert dinsdagavond vroegtijdig terug om te helpen bij het coördineren van de reddingsactie, aldus een woordvoerder.
De Filipijnse minister van Defensie Avelino Cruz liet weten dat er een nieuwe tyfoon, genaamd Nanmadol, op komst is. „Deze is veel sterker en heeft een groter bereik dan de storm die de provincie Quezon heeft geraakt", aldus Cruz.
Een week geleden kwamen op de Filipijnen al tientallen mensen om het leven door noodweer. De eilandengroep wordt regelmatig geteisterd door krachtige stormen.