Discussie over Bijbelvertaling is luxeprobleem
In de discussie over een nieuwe Bijbelvertaling voor de reformatorische gezindte is te weinig oog voor de niet bereikte medemens. De ernst van hun nood weegt voor ons vaak niet zwaar genoeg.
De recente pleidooien voor een nieuwe reformatorische Bijbelvertaling geven mij een gevoel van ongemak en schaamte. Dat komt niet door de inhoudelijke argumentatie. Want het is waar dat de taal van de Statenvertaling al decennialang een hindernis is voor jongeren én ouderen.
Mijn ongemak heeft te maken met het perspectief van waaruit wij naar Bijbelvertalingen kijken. Ik ben bang dat dit het perspectief is van verwende kinderen.
In het licht van de wereldwijde kerk is het absurd hoeveel Bijbels er in onze huizen aanwezig zijn. We hebben allerlei vertalingen en een massa verklaringen, fysiek en digitaal. Toch voeren we een pleidooi voor wéér een nieuwe vertaling in het belang van onze eigen bevolkingsgroep. Geef kinderen veel mooi speelgoed en ze zijn steeds minder tevreden. Geef de gereformeerde gezindte nog een Bijbelvertaling en de interne ontevredenheid en verdeeldheid nemen evenredig toe.
Wij zijn verantwoordelijk voor de verstaanbaarheid van de Bijbel voor de volgende generaties. Maar er zijn al zo veel vertalingen en de meeste kerkelijk betrokken jongeren gebruiken die allang. We moeten jongeren niet voorstellen als slachtoffer van onze keus voor een bepaalde vertaling. Degenen die geen interesse hebben in Bijbellezen, ontwikkelen die ook niet opeens bij het verschijnen van een zoveelste vertaling, hoe graag we dat ook zouden willen.
Dienen
Voor ieder die daaraan hecht, is de Statenvertaling in vele versies beschikbaar. Voor ieder die een hedendaagse variant nodig heeft, ligt er een prima hertaling in de HSV, om de nieuwste versie van de NBV nog niet te noemen.
Het is hoog tijd om ons af te vragen hoe wij vanuit onze overvloed de medelanders-zonder-Bijbel kunnen dienen.
Wakker
Voor mijn werk kom ik regelmatig op scholen met een open of seculiere identiteit. Hier zitten duizenden jongeren die nog nooit een letter in de Bijbel hebben gelezen. Die geen flauw idee hebben wie de God van de Bijbel is en in geen enkel opzicht aanvoelen dat religie en geloof enig belang zouden kunnen hebben.
Laatst bezocht ik een les van een jonge docent levensbeschouwing op zo’n seculiere school. Laat ik hem Peter noemen; 23 jaar, niet reformatorisch en door God op een wonderlijke manier op die school gebracht. In de nabespreking van de les zei hij: „Ik weet dat ik hier niet kan en mag evangeliseren. Maar steeds als ik die jongeren zie, denk ik: Als zij niet tijdig over Jezus horen, gaan ze voor eeuwig verloren! Daar lig ik wakker van.”
Op de terugweg kwam de schaamte. Waarom lig ik hier zelf niet wakker van? Maar ook: waarom hoor ik in onze gereformeerde gezindte met alle interne drukte en discussie zo weinig over déze nood? Die staat toch in geen enkele verhouding tot onze behoefte aan een nieuwe Bijbelvertaling?
Nog rijker
Daarom zit ik met de vraag: Als God ons roept om kerk te zijn tot Zijn eer en tot heil van de wereld, als Christus Zichzelf opofferde om die wereld te redden, kunnen wij het dan maken dat wij weer tijd, geld en energie gaan inzetten om onszelf nog rijker te maken?
Ik schaam me hiervoor tegenover werkers in Gods Koninkrijk zoals Peter. Veel meer nog schaam ik me tegenover God, Die ons zo veel geeft om uit te delen. Ik vraag me af: hoe groot zal onze schaamte voor Christus’ rechterstoel zijn als die niet bereikte medemensen zeggen: „Hadden jullie zó veel Bijbels? Waarom heb je niet aan ons gedacht?”
Dit perspectief lijkt me voor de GBS voldoende reden om vanaf nu ten minste 95 procent van haar budget in Bijbelverspreiding te steken. Voor uitgevers om te stoppen met het uitbrengen van commerciële Bijbelversies voor gelovige Nederlandse doelgroepen. Voor kerkelijke vergaderingen om geen tijd te steken in lange, frustrerende interkerkelijke projecten. En voor ons allemaal om in gebed én giften veel meer betrokken te zijn op hen die Gods Woord bij verlorenen proberen te brengen.
Ja, dat kost iets. Dan krijgen we bijvoorbeeld niet de allerbeste Bijbelvertaling. En dan duurt het langer voordat ons kerkgebouw wat groter of comfortabeler is. En dan wordt carrière maken lastiger. Maar misschien zijn dat juist zegeningen.
Oproep
Daarom een oproep met het oog op de liefde van de Heere Jezus voor een wereld in nood: Ben je goed in (klassieke) talen? Oriënteer je dan eens op een baan bij Wycliffe Bijbelvertalers. Ben je geïnteresseerd in onderwijs? Overweeg dan het docentschap godsdienst of levensbeschouwing. Bij voorkeur op een open christelijke of openbare school. Want alleen die docenten zijn in de positie om seculiere Nederlandse jongeren in contact te brengen met de Bijbel. Heb je als jongerenwerker goede contacten? Heb dan ook de moed om die jongeren te roepen tot werk in Gods Koninkrijk. En als u op zondag voorgaat in het gebed voor en namens de gemeente, wilt u dan ook bidden voor die vaak eenzame worstelaars in het onderwijs die weleens wakker liggen om hun leerlingen?
De auteur is werkzaam aan de CHE als lerarenopleider en op de TUA als docent kerkelijk onderwijs.