Kamer wil meer weten over Doetinchemse tbs–doodslag
De Tweede Kamer wil precies weten wat er fout is gegaan rondom de doodslag op een 54–jarige man uit Doetinchem door een tbs’er. De verdachte, een 24–jarige man zonder vaste woon– of verblijfplaats, was tien dagen eerder door het gerechtshof veroordeeld tot tbs met voorwaarden maar liep toch vrij rond.
Met name het Tweede–Kamerlid Wolfsen (PvdA) wond zich dinsdag tijdens een debat over tbs mateloos op over de gang van zaken hieromtrent. Hij vraagt zich af of de verdachte na zijn veroordeling niet vastgezet had kunnen worden. Er waren immers aanwijzingen dat de tbs’er gevaarlijk was. Volgens Donner kon dat niet omdat de 24–jarige nog de mogelijkheid had om in cassatie te gaan. De tbs gaat pas in als de straf echt onherroepelijk is.
De man was in 2003 veroordeeld tot acht maanden celstraf en tbs met dwangverpleging. In hoger beroep maakte het hof daar op 21 oktober acht maanden en tbs met voorwaarden van, ondanks het advies van de reclassering om hem zwaardere dwangverpleging op te leggen. Aangezien de man al een tijd in voorlopige hechtenis had gezeten, kwam hij na die uitspraak gelijk vrij. Het arrest was immers niet onherroepelijk omdat de man nog in cassatie kon gaan. Tien dagen later doodde hij in Doetinchem zijn 54–jarige slachtoffer, terwijl die zijn hondje uitliet.
Donner zegde de Kamer dinsdag toe alle vragen schriftelijk te beantwoorden. Eerder dit jaar kreeg Donner nog een motie van wantrouwen aan zijn broek in een debat naar aanleiding van de ontvoering van een meisje in Eibergen door een tbs’er. Wolfsens PvdA steunde toen de motie van LPF’er Eerdmans. De laatste liet zich dinsdag ook niet onbetuigd. „De overheid heeft hier weer een moord op zijn geweten", zei hij.
Ook bleek tijdens het debat dat er tijdens een telling op 19 november zeven tbs’ers ongeoorloofd afwezig waren. Een belangrijk deel hiervan zit volgens Donner in het buitenland. Verder verblijven van de in totaal 1542 tbs’ers dertig tot veertig illegaal in Nederland. Die hadden veelal nog een verblijfsstatus toen hen tbs werd opgelegd.
Over het tekort aan longstay–plaatsen voor ongeneeslijk gevaarlijke tbs’ers, zei Donner dat er behoefte is aan 180 plekken. Nu zijn dat er zestig. De bewindsman laat verder bekijken of niet op een eerder moment kan worden besloten dat een dergelijke ongeneeslijke tbs’er niet meer te behandelen is. Nu gaat daar tenminste tweemaal drie jaar aan onderzoek aan vooraf. Dat moet ook eerder kunnen, vindt de Kamer.