Drinkwater: bron van verwarring
Nederlands drinkwater staat bekend als zo’n beetje het beste ter wereld. Toch kiezen steeds meer mensen voor een waterfilter. Voor de veiligheid, voor de zekerheid, of gewoon voor de smaak.
Kraakhelder, verfrissend, smakelijk. Zo ervaar ik het water dat bij mij thuis uit de kraan stroomt. Dat is prettig, maar zegt natuurlijk niets over de kwaliteit. Zou het niet aardig zijn om mijn kraanwater eens te laten testen? Meten is immers weten?
Over één ding zijn alle deskundigen het wel eens. Woon je in een oud huis, wees dan bedacht op lood. Oude loden leidingen laten deze giftige stof mondjesmaat maar gestaag los en in dat geval is filteren (of nog beter: leidingen vervangen) zeker op zijn plaats.
De kans dat we lood aantreffen in ons nieuwbouwhuis van net een jaar oud is nihil, maar hoe zit het met andere stoffen? Ik leg mijn vraag neer bij C-mark, een adviesbureau op het gebied van waterveiligheid in Deventer, maar dat is schrikken. Wil ik weten of er bijvoorbeeld medicijnresten in mijn drinkwater zitten, dan vraagt dat een waslijst aan tests en ben ik zo duizend euro kwijt.
Datzelfde kostenplaatje geldt voor bestrijdingsmiddelen, om over andere zaken als zware metalen en afvalstoffen van het bedrijfsleven nog maar te zwijgen. Vraag de waterkwaliteit na bij je eigen drinkwaterbedrijf, luidt het advies.
Het drinkwater in mijn woonplaats Leerdam wordt geleverd door Oasen. Het gaat om grondwater waar niet overdreven veel kalk in zit, zie ik op hun website. Dat klinkt gunstig, zeker als je bedenkt dat zo’n 40 procent van het Nederlandse drinkwater uit –veel kwetsbaarder– rivierwater bestaat.
RIVM
Toch aarzel ik om mijn drinkwaterbedrijf te benaderen. Wat zegt het als ik te horen krijg dat het water dat bij mij uit de kraan komt, veilig is? De gedachte aan de spreekwoordelijke slager die zijn eigen vlees keurt, dringt zich op. Ik besluit contact op te nemen met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), waar Robin van Leerdam deel uitmaakt van een team van tien mensen dat de drinkwaterkwaliteit in de gaten houdt en advies uitbrengt aan de overheid.
„Drinkwaterbronnen worden op honderden verschillende stoffen getest”, legt Van Leerdam uit. „De laatste jaren voldoet 99,9 procent van de parameters aan de norm, slechts incidenteel is er lokaal soms iets niet in orde.”
Dat klinkt geruststellend, maar wat zegt een norm eigenlijk? Die ligt volgens Van Leerdam aan de veilige kant. „Je kunt levenslang dagelijks een aantal liter water drinken zonder gezondheidsschade te krijgen.”
Neem paracetamol. Die stof kunnen we inderdaad aantreffen in drinkwater, maar de hoeveelheid die in 1 liter mag zitten, ligt 10 tot 20 miljoen keer lager dan de hoeveelheid die in één tabletje zit. Dat betekent dat je meer dan een mensenleven lang een paar liter water per dag moet drinken voor je de hoeveelheid die in een tablet zit, binnenkrijgt.
Een geruststellend antwoord, maar paracetamol is slechts een van de vele medicijnresten die in het drinkwater kunnen zitten. Denk aan de miljoenen vrouwen die anticonceptie gebruiken en met elkaar een flinke hoeveelheid hormonen uitplassen en in het oppervlaktewater brengen, wat leidt tot verminderde vruchtbaarheid bij vissen.
Dat gegeven kun je niet een-op-een overbrengen op de kwaliteit van ons drinkwater, legt Van Leerdam uit. „Ook op hormoon verstorende stoffen wordt gescreend. Het feit dat we zulke stoffen in het oppervlaktewater terugzien, wil niet zeggen dat ze ook in te hoge mate in het drinkwater zitten. De zuivering van rioolwater is van een heel andere orde en ook minder streng dan die van drinkwater.”
Niet alle stoffen die in drinkwater kunnen zitten, worden getest. En wat je niet test, weet je ook niet, is het volgende verwijt. „Te kort door de bocht”, meent Van Leerdam. „We weten steeds beter welke stoffen we in het drinkwater aan kunnen treffen en daar testen we op. Daarbij wordt ook gekeken naar wat boeren en fabrieken lokaal toepassen.”
Bestrijdingsmiddelen
Blijft overeind staan dat je nooit kunt zeggen dat ons drinkwater 100 procent veilig is, erkent hij. „Maar je moet zaken wel in perspectief zien. Bestrijdingsmiddelen krijg je bijvoorbeeld via het eten van groente en fruit in veel grotere hoeveelheden binnen.”
Een punt van zorg is dat zeker oppervlaktewater makkelijk kan worden verontreinigd door illegale lozingen of de landbouw, geeft de adviseur van het RIVM aan. Daarom maken drinkwaterbedrijven onder andere gebruik van biomonitoring, een meetmethode die je kunt vergelijken met een kanarie in een mijn. Gaat het goed met dat beestje, dan hebben de mijnwerkers niets te vrezen. „De activiteit van watervlooien en algen die aan oppervlaktewater worden blootgesteld, wordt continu in de gaten gehouden.”
Vanuit zijn expertise heeft Van Leerdam alle vertrouwen in het Nederlandse drinkwater en peinst hij er niet over een waterfilter te gebruiken. „Het is niet nodig en in mijn ogen zelfs onwenselijk. Er is altijd het gevaar dat mensen zo’n apparaat niet volgens de voorschriften gebruiken of door blijven werken met verontreinigde of kapotte filters.”
Voor een groeiende groep mensen is niet de kwaliteit maar de smaak van het drinkwater een reden om te filteren. Die verschilt nogal van plaats tot plaats, erkent Van Leerdam. „Een afwijkende smaak betekent overigens niet dat de kwaliteit niet goed is. Water met veel kalk, ijzer of met humuszuren smaakt wat vreemd, maar is totaal onschadelijk. Tegenwoordig wordt het water centraal onthard, dus het aantreffen van grote hoeveelheden kalk is verleden tijd.”
Mocht je toch je water niet vertrouwen, of ontevreden zijn, neem dan contact op met je drinkwaterbedrijf, adviseert Van Leerdam. „In het algemeen nemen ze een klacht serieus. Je zou de eerste niet zijn bij wie het bedrijf thuis komt meten om te ontdekken wat het probleem is, zodat er een oplossing kan worden gezocht.”
Theesommeliers
Smaak is voor veel mensen een belangrijke reden om een waterfilter te gebruiken, stelt ook Juglen Zwaan, zelf enthousiast gebruiker van een filter. „Niet voor niets gebruiken theesommeliers gefilterd water, omdat dit de smaak van thee veel meer doet vrijkomen. Calcium blokkeert de smaak. Ook gaat apparatuur langer mee als het calcium eruit is gefilterd.”
Zwaan is niet de eerste de beste. Al jarenlang houdt hij de wereldwijde ontwikkelingen over voeding en gezondheid goed in de gaten, publiceert erover op zijn website en heeft een eigen webwinkel, waarin hij ook waterfilters verkoopt. „Mensen die naar het buitenland op vakantie gaan, schaffen vaak een filterkan aan om het toegevoegde chloor uit het water te halen. Ook zijn er mensen die in tijden van een ramp verzekerd willen zijn van schoon drinkwater.”
Het geruststellende relaas van Van Leerdam kan Zwaan er niet van overtuigen dat een waterfilter onzin is. Zwaan wijst op de lokale verschillen en de zorgenkindjes die er zijn, gebieden waar toch weleens overtredingen worden vastgesteld. Daarnaast stelt het feit dat het waterleidingbedrijf niet op alle mogelijke voorkomende stoffen test, hem niet gerust. „Een 100 procentsgarantie kan niet gegeven worden, zeker omdat de waterkwaliteit lokaal verschilt.”
Net als Van Leerdam wijst Zwaan erop dat je het gebruik van een waterfilter wel in perspectief moet zien. Zwaan: „Schone lucht binnenshuis kan op lange termijn veel goeds voor je gezondheid doen. Het is mijn ervaring dat mensen een fortuin willen uitgeven aan waterfilters, terwijl luchtvervuiling een grotere bedreiging vormt. Ook heeft het weinig zin om gefilterd water te drinken als er tegelijkertijd sprake is van een ongezonde levensstijl.”
> ahealthylife.nl, brita.nl