Kerk & religie

Naast een oude thorarol ligt de NBV

Vol, juichend en dan weer klagend klinkt de stem van de voorzanger door de synagoge. Buiten de ramen treuzelt de namiddag. De laatste zonnestralen van de novemberdag hullen de grote Portugese synagoge aan de overkant van de straat in een warme gloed. Binnen ligt, naast een originele thorarol, de Bijbel op de bima. Inclusief het Nieuwe Testament. Het kan in deze synagoge, die al heel lang museum is en toch synagoge bleef.

W. H. van Egdom
30 November 2004 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 01:56
AMSTERDAM – In de Grote Synagoge is de arke, de plaats waar de thorarollen bewaard worden, omgebouwd tot een soort vitrine. Foto JHM
AMSTERDAM – In de Grote Synagoge is de arke, de plaats waar de thorarollen bewaard worden, omgebouwd tot een soort vitrine. Foto JHM

De stem van de voorzanger is ingeblikt. Historisch filmmateriaal met geluid. Iedere twintig minuten vult de volle stem van de zanger de ruimte. En juist dan komt dit oude bedehuis, dat al sinds 1987 gebruikt wordt als museum, weer tot leven. Elf maanden lang was de Grote Synagoge, onderdeel van het Hoogduitse synagogencomplex waarin het Joods Historisch Museum gevestigd is, gesloten voor een ingrijpende renovatie en herinrichtingsoperatie. Zaterdagavond 20 november, na de sabbat, gingen de deuren weer open voor het publiek. En het mag gezegd worden: het Joods Historisch Museum in Amsterdam heeft een klein wondertje verricht. De hele inrichting is vernieuwd, maar de originele sfeer van een synagoge is behouden. Dat is knap.

Het blijft trouwens indrukwekkend, dit grote synagogencomplex in het hart van Amsterdam. Vier synagogen staan hier aan elkaar vast gebouwd: de Grote Synagoge (1671), de Obbene Sjoel (1685), de Nieuwe Synagoge (1752) en de Dritt Sjoel (1700/1778). Het totale complex is -samen met de Portugees-Israëlietische Synagoge, die recht tegenover het Hoogduitse synagogencomplex staat- een indrukwekkend getuigenis van de bloeiende joodse gemeenschap die deze stad ooit kende. Het is niet voor niets dat Amsterdam ook door veel joden zelf vroeger het Jeruzalem van het Westen werd genoemd.

Hoe de stad en de joodse gemeenschap aan elkaar verbonden waren, blijkt wel uit een saillant financieel detail. De stad Amsterdam verstrekte de joodse gemeenschap in 1671 een lening van 16.000 gulden om de totale bouwkosten van de Grote Synagoge, die 33.000 gulden bedroegen, te kunnen dragen. Een dergelijke stap zou in 2004 tot verhitte discussies leiden over de scheiding van kerk en staat. Maar in de 17e eeuw gebeurde het gewoon.

De Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan het leven van tienduizenden joodse Amsterdammers. In 1943 sloten de Duitsers de Grote Synagoge en in de hongerwinter van 1944-1945 werden de galerijen in het gebouw gesloopt omdat de inwoners van de stad stookhout nodig hadden. Het leeggeplunderde complex kwam in 1954 in handen van de gemeente Amsterdam en na een ingrijpende restauratie nam in 1987 het Joods Historisch Museum z’n intrek in de voormalige synagogen. In de loop der jaren breidde het museum steeds verder uit en werden de exposities almaar meer geprofessionaliseerd. Het JHM, zoals het museum in de wandelgangen genoemd wordt, heeft een reputatie hoog te houden. En die reputatie is met de herinrichting van de Grote Synagoge alleen maar versterkt.

Omdat het thema van de vaste expositie op de begane grond ”religie” is, hebben de opstellers van de expositie zich laten inspireren door de vroegere ruimtelijke indeling van de synagoge. Prachtige ceremoniële objecten -chanoekia’s, menora’s, boeken, kleden en sjofars- uit de grote collecties van het museum hebben zo veel mogelijk de plaats gekregen die ze ook vroeger in de synagoge hadden. Op de plek waar ooit de bima stond -een verhoogd platform waar in synagogen de voorzanger staat en de thora wordt voorgelezen- is ook nu alle aandacht gericht op de thora. Onder het glas van een vitrine ligt een oude thorarol. Links ervan ligt de literaire uitgave van de Nieuwe Bijbelvertaling, inclusief het Nieuwe Testament.

In de banken rond de verhoging, waar vroeger de synagogebanken stonden, worden verschillende feestdagen en momenten uit de levenscyclus behandeld. Bij elk thema horen objecten, beeldmateriaal, informatieve teksten en korte films. Het filmpje waarin verslag wordt gedaan van een bezoek dat koningin Wilhelmina in 1924 aan de synagoge bracht, is tekenend voor de band tussen Oranje en de joodse gemeenschap in Nederland. De straten waardoor de koets met de koningin rijdt, stonden volgepakt met juichende en zwaaiende mensen. De jodenbuurt van Amsterdam bruiste van leven. Twintig jaar later slechts was alles anders.

Op de galerijen van de synagoge is een vaste expositie ingericht met als thema ”Geschiedenis van de joden in Nederland 1600-1890”. De centrale vraag in deze expositie is wat het betekende om jood te zijn in Nederland in deze periode. Amsterdam was een vluchthaven voor joden uit de hele wereld. En met zijn tolerante houding ten opzichte van de joodse godsdienst was de stad aan het IJ uniek in Europa. De joodse gemeenschap had het er goed. Zo goed zelfs dat tekstwoorden uit Deuteronomium op Mokum van toepassing werden geacht: „Israël zal zeker wonen…” Tot de grote catastrofe kwam en vele tienduizenden joden als slachtvee werden afgevoerd naar de gaskamers van de nazi’s. Over de periode van 1890 tot heden wordt in de toekomst een expositie ingericht op de galerijen van de Nieuwe Synagoge, zo is de planning.

Een van de doelstellingen van het museum met de herinrichting van de Grote Synagoge was dat bezoekers de oorspronkelijke synagogale sfeer zouden blijven ervaren. Dat is gelukt. Dit is een museum, maar in iedere hoek kun je je nog voorstellen dat dit ooit een synagoge was.

Dat mensen die hier komen dat ook zo ervaren, kun je zien. In een van de banken bij de bima zit een man met het hoofd in zijn handen. Minutenlang. Als het gezang van de voorzanger de ruimte vult, heft hij zijn hoofd op en kijkt hij naar het blauw geschilderde plafond. Zijn gezicht weerspiegelt de emoties die deze plaats en dit gezang bij hem losmaken. Alleen al zijn reactie moet voor de opstellers van deze expositie hét bewijs zijn dat ze het goed gedaan hebben.

De ramen, die vroeger soms afgeschermd werden door panelen, zijn door de herinrichting weer helemaal vrij. Vanuit de zaal is er een onbelemmerd zicht op dat wat vroeger de jodenbuurt van Amsterdam was. Niets is er meer van over. Alleen de buursynagoge, de Portugees-Israëlietische, staat er nog. Door een ander raam zijn de twee torens van de Mozes- en Aäronkerk te zien. En wie buiten staat, ziet de trotse toren van de Zuiderkerk.

Geschiedenis, geschiedenis. Amsterdam is er tot de rand toe mee gevuld. Het Joods Historisch Museum heeft, door hulp van vrienden, door sponsorgelden van tal van bedrijven en door subsidies van de overheid, een stukje van die geschiedenis weten te conserveren. Inclusief de sfeer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer