Opinie

Foto Mohammed B.

30 November 2004 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:56

Minister Donner van Justitie heeft hoogst persoonlijk toestemming gegeven om de portretfoto van Mohammed B., de verdachte van de moord op Theo van Gogh, aan het publiek te tonen. Terwijl foto’s van verdachten van misdrijven anders worden gepubliceerd met een balkje over een deel van het gezicht konden televisiekijkers maandagavond de verdachte diep in de ogen kijken. Wie de uitzending had gemist, kon dinsdagmorgen in enkele ochtendbladen zijn portret zien.Met de publicatie van de portretfoto hoopt het openbaar ministerie informatie uit het publiek te krijgen over mogelijke handlangers van Mohammed B. Na de uitzending van gisteravond kreeg het opsporingsapparaat een grote groep bellers te verwerken. Of daar bruikbare tips bij zitten, is op dit moment nog onduidelijk. In ieder geval heeft de publicatie van de foto het nodige losgemaakt.

Er lijkt dus veel te zeggen voor de aanpak die de minister nu heeft gekozen. Niemand zal hem ongelijk geven dat hij alle mogelijke middelen aangrijpt om de terreurcel die mogelijk rond Mohammed B. heeft bestaan met wortel en tak uit te roeien. Dat moet ook. Als zodanig valt het ongebruikelijke besluit van Donner te plaatsen.

Toch is de stap die de minister heeft gezet opmerkelijk. In ons land zijn de privacyregels behoorlijk streng. Persoonlijke gegevens van mensen kunnen niet zomaar op straat gegooid worden. Ook niet van verdachten. En ofschoon er geregeld kritiek is op de sensatiezucht van de media, zijn die tot nu toe op dit punt zeer terughoudend geweest. In 1995 heeft het Genootschap van Hoofdredacteuren afgesproken de privacy van verdachten te respecteren omdat zij pas na de veroordeling echt schuldig bevonden zijn. Daarom hanteren kranten tot nu toe de regel alleen de initialen van verdachten te noemen tenzij het om publiek bekende figuren gaat. Daarom publiceren zij foto’s van verdachten met een balkje over ogen.

Van deze regel kan worden afgeweken als het publiek belang zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de verdachte. Die afweging blijft discutabel. Waarom is publicatie van een foto van de verdachte van de moord of Van Gogh geen punt van discussie en die van een serieverkrachter wel? In hoeverre is het besluit van Donner mede bepaald door de terechte commotie over de afschuwelijke moord op Van Gogh?

Wanneer justitie de regels voor het publiceren van herkenbare portretfoto’s wil verruimen, is het van belang dat de regels hiervoor duidelijk worden geformuleerd. Het gevaar bestaat immers dat op grond van de uitzonderingen een ongeschreven regel ontstaat, waardoor in sensationele gevallen al te gemakkelijk -en zonder expliciete toestemming- in de media portretten worden gebracht. Met alle risico’s van dien. Het plaatsen van een verkeerde foto, zoals gisteren al in een krant gebeurde, is er daar een voorbeeld van.

Daarbij komt dat het vrijgeven van foto’s van elke verdachte ook de weg kan effenen tot eigenrichting. Wanneer burgers oog in oog komen te staan met verdachten van zware misdrijven, zijn woede-uitbarstingen niet uit te sluiten.

Evenzo is het nodig dat de overheid zich bezint op de publicatie van foto’s van verdachten op internet. Terwijl de rechter zich nog moest buigen over de vraag van de advocaat van Mohammed B. om de vertoning van het portret van de terrorist op televisie tegen te houden, konden internetgebruikers al op allerlei sites zijn foto ophalen.

Hoe moeilijk dat ook is, justitie doet er goed aan eveneens stappen te ondernemen tegen deze digitale schandpaal. Verdachten van moord- en terreuraanslagen verdienen harde aanpak en zware straffen. Maar wel volgens duidelijke, heldere regels. Dat laatste is het kenmerk van de westerse rechtsstaat waartegen Mohammed B. en zijn trawanten zich keren.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer