Nederland vindt Namibië in zoektocht naar schone waterstof
Om de vergroening van de Nederlandse industrie echt van de grond te krijgen, zijn op termijn enorme hoeveelheden waterstof nodig. Mogelijk gaat Namibië daar in de toekomst een deel van leveren. Op de klimaattop in Glasgow heeft Nederland met het Afrikaanse land afgesproken samen te gaan werken op dit terrein.
„We zullen heel veel waterstof nodig gaan hebben, waarschijnlijk meer dan we zelf kunnen maken”, legt demissionair staatssecretaris Dilan Yeşilgöz-Zegerius uit. „En zij willen het maken.” Namibië heeft daar volgens haar als „gigantisch woestijnland aan zee heel veel mogelijkheden” toe. Waterstof veroorzaakt geen enkele schadelijke uitstoot en kan op verschillende manieren worden gemaakt. Het krijgt het predikaat ‘groen’ als het wordt geproduceerd met behulp van stroom uit duurzame bronnen, zoals zon en wind.
Heel concreet zijn de afspraken waar Yeşilgöz en een Namibische functionaris hun handtekening onder hebben gezet nog niet: het gaat om een intentieverklaring. Toch is dit soort afspraken belangrijk om nu al te maken, vindt de staatssecretaris. „Als je in de eerste ronde niet aan tafel zit, mis je kansen. Dat kunnen we ons niet permitteren.”
Vervuilende industriebedrijven hebben grootse ambities met waterstof. Zo hoopt Tata Steel er uiteindelijk op over te stappen. Nu draait het staalbedrijf in IJmuiden nog op steenkool en is het de grootste industriële CO2-uitstoter van Nederland.
De staatssecretaris noemt waterstof „de kern van innovatie voor de komende jaren.” Ze noemt de uitgangspositie van Nederland „ideaal”, mede omdat het uitgebreide gasnetwerk later kan worden gebruikt voor het transport van waterstof. „Ik denk dat een nieuw kabinet daar echt goed naar moet kijken en investeringen moet doen.”