Kerk & religie

Tijdens Kristallnacht in het slachthuis van Leer

In de nacht van 9 op 10 november 1938 werd in de Oost-Friese stad Leer de synagoge in brand gestoken, waarna ongeveer 250 Joodse burgers opgesloten werden op de veemarkt. Het was een voorbode voor de tijd waarin wekelijks overvolle veewagons vanuit Westerbork via Leer naar de vernietigingskampen werden gebracht.

Klaas de Jong
9 November 2021 15:55
De synagoge van Leer rond 1900. beeld Klaas de Jong
De synagoge van Leer rond 1900. beeld Klaas de Jong

Tot in 1941 was de veemarkt van de Oost-Friese stad Leer de grootste van Duitsland. Er waren zo veel Joodse veehandelaren dat men op Joodse feestdagen geen markt hield. Dat trok in 1926 enkele studenten aan die met een hakenkruis liepen en schreeuwden: „Weg met de Joden.” Een tiental Joodse veehandelaren reageerde met het gooien van mest, waarna er klappen vielen. De rechtbank in Emden veroordeelde zes veehandelaren. Jakob de Leeuw en Adolf de Vries kregen maar liefst een halfjaar gevangenisstraf.

Na de machtsgreep van Hitler in 1933 werd Anton Bleeker de SA-commandant in Oost-Friesland. Hij bezette op 31 maart 1933 met gewapende SA-mannen de synagoge om alle rituele slachtmessen in beslag te nemen en te verbranden. Een verbod op ritueel slachten was de eerste nieuwe wet van de regering-Hitler. Voor de Joodse slagers een ramp. In het kader van ”Kauft nicht bei Juden” werden de Joodse veehandelaren op de veemarkt van de rest gescheiden. Ze zouden geleidelijk uit Leer verdwijnen. Sommigen vertrokken naar het Groningse Winschoten en anderen zelfs naar Argentinië.

17665120.JPG
Synagogen in Oost-Friesland voor de Kristallnacht in 1938. beeld Wikimedia

Synagoge

Om twee uur ’s nachts op 10 november 1938 reed burgemeester Erich Drescher naar het raadhuis van Leer voor overleg met de SA en de brandweer. De synagoge moest in brand worden gestoken, evenals de woning van de chazan, Joseph Wolff. De brandweer mocht niet blussen. „De wolf moet uitgerookt worden”, grapte de burgemeester. De SA-troepen kregen opdracht om de etalageruiten van alle Joodse winkels in te slaan en de Joodse burgers af te voeren naar de veemarkt.

De vrouw van Wolff zag hoe de burgemeester zelf met een fakkel de kast in brand stak waarin de Thorarollen bewaard werden. De gepensioneerde leraar Terborg zag dat de brandweer de brand in de synagoge niet bluste en riep toen: „Ook dat is Gods huis. Ze hebben zich aan Gods huis vergrepen.”

In de loop van de dag werden bezittingen van Joden in beslag genomen maar de Joodse vrouwen en kinderen werden vrijgelaten uit het slachthuis op de veemarkt. De mannen werden de volgende dag afgevoerd naar Kamp Sachsenhausen.

Drescher bleef tot het eind trouw aan Hitler. Zijn laatste wekelijkse column op 20 april 1945 in de Ostfriesische Tageszeitung had als titel ”Mit dem Führer durch Nacht zum Licht!” Maar op 28 april kwamen de geallieerden in Leer en interneerden de burgemeester. De Führer maakte op 30 april een eind aan zijn leven.

17665121.JPG
Tientallen jaren lag een van de twee verbondstafels van de gevel van de synagoge als tegel in een tuin. Op de steen staan in het Hebreeuws de eerste woorden van vijf geboden. De tweede verbondstafel is nooit gevonden. beeld Klaas de Jong

Lutherbijbel

De Kristallnacht van 1938, de Reichspogrom, was de voorbode van de Holocaust. Na 1945 kwam een deel van de Duitsers met de uitvlucht: „Wir haben es nicht gewußt.” Het verbijsterende van die uitspraak is dat die letterlijk in de Luther Bibel staat in Spreuken 24:11-12: „Errette, die man zum Tode 
sch­leppt, und entzieh dich nicht denen, die zur Schlachtbank wanken.

Sprichst du: „Siehe, wir haben’s nicht gewusst!”, fürwahr, der die Herzen prüft, merkt es, und der auf deine Seele achthat, weiß es und vergilt dem Menschen nach seinem Tun.”

Luther gebruikte het woord slachtbank. Dat past precies bij wat er gebeurde in het calvinistische Leer tijdens de Kristallnacht. Men sloot de Joodse burgers op in een slachthuis.

De juryrechtbank in Aurich verklaarde in 1951 dat Drescher wegens in de Eerste Wereldoorlog opgelopen hersenletsel maar in beperkte mate verantwoordelijk was voor zijn gedrag tijdens de Kristallnacht. Hij werd vrijgelaten omdat zijn internering door de geallieerden genoeg straf was geweest. Hoe hij ondanks zijn hersenletsel wel jarenlang burgemeester kon zijn, werd door de rechtbank niet toegelicht.

17665122.JPG
Krans bij het herdenkingsmonument aan de Ubbo-Emmius-Straße in Leer. beeld Klaas de Jong

Gedenkteken

In 2002 werd op de hoek van de Ubbo-Emmius-Straße/Heisfelderstraße een gedenkteken opgericht voor de in de Holocaust vermoorde Joodse burgers van Leer en de verwoeste synagoge. Hier herdacht men op 9 november jaarlijks de Kristallnacht, maar vorig jaar werden de kransen door onbekenden vernield.

Dit jaar worden in november in de Grote Kerk van Leer drie avonden gehouden over de verhouding tussen de Evangelisch-Reformierte Kirche en het Jodendom. Evenals Emden werd Leer tijdens de Reformatie gereformeerd. In beide plaatsen was vanaf 1611 tot 1744 een garnizoen van het staatse leger. Alvorens rector te worden in Groningen was Ubbo Emmius rector in Leer.

Op het terrein van de voormalige synagoge zijn plannen voor nieuwbouw waarbij men ruimte voor een gedenkplaats van de synagoge wil inruimen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer