Nederland gaat vijf Syrië-gangers repatriëren
Nederland gaat vijf Syrië-gangers en hun kinderen terughalen naar Nederland. Dat schrijft demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer.
Het gaat om vijf uitreizigsters die in het kamp al-Roj in het noorden van Syrië verblijven. De rechtbank Rotterdam bepaalde dat de overheid zich moet inspannen om hen terug te halen, zodat zij hun proces kunnen bijwonen. De rechtbank oordeelde vorige maand dat één vrouw binnen drie maanden en de andere vrouwen binnen zes maanden naar Nederland zijn gerepatrieerd „dan wel dat een concrete toezegging is gedaan dat wordt gestreefd naar repatriëring”. Zo niet, dan gaat er een streep door de rechtszaken en kunnen ze niet meer vervolgd worden.
Volgens Grapperhaus vindt het kabinet het belangrijk dat mensen die zich aansloten bij terreurbeweging Islamitische Staat hun straf niet ontlopen. „Terroristische daden en (internationale) misdrijven tasten mensenrechten, de democratie, de rechtsstaat en de internationale rechtsorde aan. Zij versterken zo de terroristische organisaties die daar actief zijn, steunen en verhevigen de strijd en brengen ernstige schade toe aan mensen en de democratische waarden.”
Daarnaast heeft de Kamer er eerder op aangedrongen bij de regering om alles op alles te zetten dat deze mensen hun straf niet ontlopen. „Gelet hierop zal het kabinet met de relevante (internationale) partijen verder spreken om te bezien wat de mogelijkheden zijn om de verdachten ter berechting naar Nederland over te brengen”, aldus Grapperhaus.
Advocaat André Seebregts, die vier van de vijf vrouwen bijstaat waar het nu om gaat, spreekt van „een goede ontwikkeling”. „Het lijkt erop dat het nu echt gaat gebeuren.” Seebregts heeft al meerdere pogingen gedaan en procedures aangespannen om de vrouwen en hun kinderen terug naar Nederland te halen.
Hoe de repatriëring moet verlopen, of hoelang het gaat duren, kon een woordvoerder van het ministerie dinsdag niet zeggen.