Vooronderzoek Decembermoorden in Suriname afgerond
Het gerechtelijk vooronderzoek naar de Surinaamse Decembermoorden van 1982 is formeel afgerond. Dit deelde onderzoeksleider rechter–commissaris A. Ramnewash maandag mee in afzonderlijke zittingen met de verdachten. Tot degenen die hij maandag sprak, behoorden oud–legerofficier E. Boerenveen en ex–minister E. Alibux.
De hoofdverdachte, ex–legerleider en huidig parlementslid Dési Bouterse, is naar verluidt ook voor maandag opgeroepen. Op 8 december 1982 werden vijftien prominente tegenstanders van zijn regime in het Fort Zeelandia in de Surinaamse hoofdstad om het leven gebracht. Op de lijst van verdachten komen de namen van meer dan dertig personen voor; (ex–)militairen en burgers.
Bij het kantoor van de rechter–commissaris waren maandag strenge veiligheidsmaatregelen getroffen. De straat in het centrum van Paramaribo is afgesloten.
In de beschikking die de verdachten van de rechter–commissaris kregen, staat dat het dossier van het gerechtelijk vooronderzoek is doorgeleid aan het Openbaar Ministerie. De verdachten zullen van dit instituut moeten vernemen welke procedure er verder wordt gevolgd.
Minister van Justitie S. Gilds zei vorige week te hopen dat de rechter–commissaris „vroeg in het nieuwe jaar" in staat zou zijn het vooronderzoek af te ronden. Volgens hem kan het nog maanden duren voordat het eventueel tot een proces komt.
Gilds had gehoopt dat het proces nog vóór de parlementsverkiezingen van 25 mei 2005 kon beginnen. Bouterse zal door zijn partij, de Nationale Democratische Partij NDP, kandidaat worden gesteld voor het presidentschap. Het nieuwe parlement zal het Surinaamse Staatshoofd kiezen.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft eerder dit jaar het eigen technische onderzoek naar de Decembermoorden afgerond en de resultaten aan de Surinaamse autoriteiten overgedragen. Medewerkers van het NFI hadden de stoffelijke resten van de vijftien slachtoffers van deze politieke moorden opgegraven en onderzocht.
Bouterse houdt tot nu toe vol geen opdracht te hebben gegeven voor de executies. Hij heeft eerder wel erkend „politiek verantwoordelijk" te zijn geweest. De opdracht tot de moorden is volgens Bouterse gegeven door bataljonscommandant Paul Bhagwandas. Hij overleed in 1996.
Tot dusver is er nimmer enige vorm van proces geweest tegen de vroegere machthebber en zijn medeverdachten. Het vooronderzoek naar de moorden werd pas in 2000 op last van het gerechtshof in Paramaribo begonnen. Dat gebeurde vlak voor deze misdrijven volgens de Surinaamse wet zouden verjaren. Justitie wilde haar handen bijna achttien jaar lang niet branden aan deze in Suriname zeer gevoelige gebeurtenis.