Tentoonstelling: Genieten van het gouden licht van Aelbert Cuyp
Het werk van schilder Aelbert Cuyp (1620-1691) was in de zeventiende eeuw mateloos populair in Engeland. In heel de Republiek was geen werk meer van hem te koop. Het Dordrechts Museum haalt Cuyp weer even naar huis.
Eigenlijk stond de tentoonstelling ”In het licht van Cuyp” gepland voor 2020 – ter herdenking van het 400e geboortejaar van de Dordtse kunstenaar. Maar corona stak daar een stokje voor. Tot 6 maart 2022 is het nu alsnog mogelijk om het beroemde gouden licht van de kunstenaar te bewonderen.
Aelbert Cuyp stamt uit een begaafde, Dordtse schildersfamilie. Zijn wieg stond in een pand aan de Nieuwbrug. Zijn vader, Jacob Gerritsz., bracht hem de kneepjes van het vak bij. Jacob werd gewaardeerd om zijn Bijbelse taferelen, portretten en schilderijen met dieren. In zijn voetspoor ging Aelbert verder.
Hoewel hij reizen maakte door ons land en naar het verre Kleef, heeft Aelbert zijn hele leven in Dordrecht gewerkt – daar waren opdrachtgevers genoeg. Elders leerde Aelbert wel kunstbroeders kennen die hem belangrijke technieken bijbrachten. Bijvoorbeeld Roelant Saverij, Herman Saftleven en Jan Both. Both behoorde tot de zogenoemde ”italianisanten”; hij bezocht Italië en onderwees zijn collega’s over de manier waarop de zuidelijke zon op het doek kon worden vastgelegd.
Ook Aelbert Cuyp leerde van Jan Both de typisch Italiaanse weergave van het zonlicht, beter: tegenlicht (contre jour). Toch zijn zijn doeken geen nabootsing van die van Jan Both; hij ontwikkelde een geheel eigen stijl. Typerend daarvoor zijn weerspiegelingen in het water in een Hollands landschap met vee. Aelberts grote vaardigheid om water, in combinatie met lucht en licht, te schilderen kan hij geleerd hebben van Jan van Goyen – die Dordrecht bezocht en er een fraai stadsgezicht vervaardigde. Ook de contacten met Simon de Vlieger, die subliem was in het maken van zogenoemde ”marines” (zeestukken of zeegezichten), kunnen hem op dat spoor hebben gezet.
De firma Cuyp
Grootvader Gerrit Aelbert was de eerste kunstenaar in de familie. Hij was actief als glazenier, schilder en tekenaar. Tussen Jacob en Aelbert kwam het waarschijnlijk tot de volgende werkafspraak: Jacob bleef zich wijden aan het vervaardigen van portretten van rijke opdrachtgevers, terwijl zoon Aelbert de landschappen voor zijn rekening nam, veelal badend in gouden licht.
Ook andere familieleden hadden talent, onder wie Jacobs halfbroer Benjamin. Aelberts roem is echter het verst verspreid. In musea geniet het publiek van zijn vergezichten met bochtige rivieren, rustende mensen en dieren. Hij schilderde vanzelfsprekend ook de in het Dordtse stadsbeeld dominante dom.
Een enkele keer is de naam van de eerste koper geregistreerd. Zo is bekend dat Cuyps ”Michiel en Cornelis Pompe van Meerdervoort gereed voor de jacht” hing „int kinder camertie” van het helaas afgebroken kasteeltje Meerdervoort in Zwijndrecht.
In het atelier van de Cuyps waren gezellen in opleiding, van wie Abraham van Calraet de bekendste was. Dit gegeven kost kunstkenners soms hoofdbrekens, omdat zowel Aelbert als Abraham signeerde met AC.
Gomarus
Aelbert behoorde tot de rijkste Dordtenaren van zijn tijd. Enerzijds kwam dat natuurlijk door de verkoop van zijn werk, maar deels ook door zijn huwelijk met de vermogende Cornelia Bosman, weduwe van Johan van de Corput. Haar vader stond als predikant in Zwijndrecht; haar moeder was een dochter van de orthodoxe theoloog Franciscus Gomarus. Aelberts enige dochter heette Arendina. Aelbert was in de gereformeerde kerk in Dordrecht eerst actief als diaken en later als ouderling. Ook was hij regent van het Heilige Geest- en Pesthuis bij de Grote Kerk en zelfs werd hij benoemd tot raadsheer van de Hoge Vierschaar in Zuid-Holland.
Aelbert bereikte de leeftijd van 71 jaar. Hij overleed op 15 november 1691 en werd bij nacht begraven (dat was deftig!) in de Augustijnenkerk te Dordrecht; het graf van de schilder bestaat nog (nummer 17).
Koningin Elizabeth
De organisatoren van de tentoonstelling in het Dordrechts Museum hebben veel werk verzet. Niet alleen zijn verschillende doeken van Cuyp uit particulier bezit te zien, ook is ervoor gekozen werk te tonen van de Britse kunstenaars William Turner, John Constable en Thomas Gainsborough, die door Cuyp zijn beïnvloed. Bedenk: er hangen meer Cuyps in Engeland dan in ons land.
Rond 1750 waren de schilderijen van Aelbert Cuyp daar razend populair, mede door het sfeervolle ”licht van Cuyp”. Menig Engels edelman had er een kapitaal voor over om het familiekasteel ermee te verfraaien. Cuyps kunst kwam in Engelse musea en zelfs in de koninklijke verzameling terecht. Handelaren gingen als het ware op strooptocht; spoedig bleek in de Republiek geen werk van Cuyp meer te koop. Niet alleen rijke kopers, maar ook collega-kunstenaars in Engeland waren onder de indruk van de kwaliteit van de schilderijen van Cuyp – velen namen zijn stijl over. Voor de expositie in Dordrecht stond koningin Elisabeth II twee bruiklenen af.
Veel geëxposeerd werk is nu bij hoge uitzondering in ons land zichtbaar en zal na de tentoonstelling weer naar het buitenland teruggaan. Voor bezoekers die met het openbaar vervoer komen, fungeren ”dieren van Cuyp” als routewijzers naar het Dordrechts Museum.
Niet onvermeld mag blijven dat Dordtse bedrijfsvrienden ter gelegenheid van Cuyps 400e verjaardag een schilderij van Jan Both (ca. 1618-1652) aankochten voor het museum. Een langgekoesterde wens ging in vervulling. Het cadeau is recent aangeboden. De bezoeker kan zodoende genieten van een bergachtig landschap met de Milvische brug, waar keizer Constantijn in 312 een hemels teken ontving, zijn rivaal Maxentius versloeg en tot het christendom overging.
Hereniging
Een opvallend project is de hereniging van de twee delen van een doorgezaagd schilderij van Cuyp. Het ene is eigendom van een museum in Los Angeles en het andere van het museum voor beeldende kunsten in Leipzig. Deskundigen viel al op dat de twee panelen afgezaagd waren. Onderzoek wees uit dat ze inderdaad één geheel hebben gevormd. Ze zijn in Dordrecht tijdelijk herenigd. In 1759 maakte Aert Schouman een kopie van het complete werk, er bestaat dus geen twijfel dat de panelen bij elkaar horen. In 1821 zijn de helften los van elkaar verkocht voor twee keer een flinke som.
Ten slotte: er is een bijzonder schilderij van Cuyp gerestaureerd. Het oude vernis was verkleurd en losgekomen verf moest worden vastgeplakt. Het gaat om een veestuk, dat volgens deskundigen dateert uit ca. 1645-1650. Fraai zijn de kleurtegenstellingen, die nu weer goed tot hun recht komen: levensechte kleuren van koeien en planten, die mooi tot hun recht komen tegen de grijze wolken. Het is bekend dat een Engelse baron dit karakteristieke schilderij in 1760 kocht voor het toen formidabele bedrag van 21 pond. Het is nog in familiebezit, maar genereus uitgeleend voor de Cuyp-tentoonstelling.
Zie ook:
dordrechtsmuseum.nl