Groot–Brittannië, Frankrijk en Duitsland hadden begin november met Iran afgesproken dat alle uraniumverrijkende activiteiten zouden worden stilgelegd. Die technieken kunnen worden gebruikt bij het maken van kernwapens. De Amerikaanse regering verdenkt Iran ervan in het geheim nucleaire wapens te ontwikkelen. Teheran ontkent deze aantijging en zegt alleen kernenergie te willen opwekken.

Iran gooide nog even roet in het eten door te vragen of twintig centrifuges buiten de afspraak konden blijven. Dat leidde tot veel kritiek, waarop Teheran het verzoek zondag weer introk. Maandag zei IAEA–directeur Mohammed el–Baradei dat ook deze twintig centrifuges onder IAEA–controle staan. „Daarmee hebben we de controle van Irans besluit tot opschorting vervolmaakt."

De opschorting behelst het daadwerkelijke verrijken van uranium, maar ook alle activiteiten met centrifuges en het maken van het materiaal dat in die centrifuges gaat.

Het bestuur van het IAEA stemde maandag in met een resolutie waarin het besluit wordt verwelkomd als een „vrijwillige, wettelijk niet bindende, vertrouwenwekkende maatregel", aldus een hoge diplomaat. Het aannemen van de resolutie betekent dat de Iraanse nucleaire kwestie in elk geval nu niet wordt overgedragen aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Binnen de IAEA zal de komende weken nog wel verder worden overlegd over Iraans nucleaire ambities.

Het hoofd van de Amerikaanse delegatie bij de IAEA, Jackie Sanders, hield maandagmiddag alle opties open. „Wij behouden ons het recht voor om alsnog naar de Veiligheidsraad te stappen." Volgens Sanders „vormt het Iraanse programma voor atoomwapens een toenemende bedreiging voor internationale vrede en veiligheid".

De woordvoerder van het Witte Huis, Scott McClellan, zei op zijn beurt in Washington dat „de wereld waakzaam" moet blijven. „De daadwerkelijke uitvoering en controle van deze overeenkomst is cruciaal. Iran heeft wel vaker toezeggingen geschonden", benadrukte hij.

De Iraanse president Khatami omschreef de uitkomst van het dagenlange beraad bij de IAEA in Wenen als „een nederlaag voor een ieder die onze zaak wilden voorleggen aan de Veiligheidsraad". De geestelijk leider van de islamitische staat, ayatollah Khamenei, maakte duidelijk dat zijn land „nimmer zal stoppen" met zijn vreedzame atoomprogramma.