Binnenland

Foto Mohammed B. mag op tv worden getoond

Het televisieprogramma “Opsporing Verzocht” mag Mohammed B. maandagavond herkenbaar in beeld brengen. Dat heeft de rechter in Amsterdam besloten. Een motivering van de beslissing wordt nog niet gegeven.

ANP
29 November 2004 18:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:56

De advocaat van B., P. Plasman, spande maandag een kort geding bij de rechtbank in Amsterdam aan. Hij wilde daarmee voorkomen dat zijn cliënt herkenbaar in beeld wordt gebracht. Volgens de raadsman worden dan de elementaire grondrechten geschonden van de man die wordt verdacht van de moord op Theo van Gogh. Hij is dan ook zeer teleurgesteld over de uitspraak.

Justitie wil met de vertoning van de foto van Mohammed B. maandagavond antwoord krijgen op drie vragen. Het openbaar ministerie (OM) hoopt meer duidelijkheid te krijgen over de vraag hoe de verdachte op de dag van de moord van zijn woning in Amsterdam–West naar Oost is gegaan, met wie hij onderweg of op de plaats van de moord contact heeft gehad en of hij de route die Van Gogh van zijn huis naar werk aflegde, van tevoren in kaart heeft gebracht.

In een reactie op de beslissing van de rechter zegt het OM dat het opsporingsbelang in deze zaak boven het belang van de verdachte gaat. Ook hebben diverse media een foto van een andere man gepubliceerd, die werd aangeduid als de Mohammed B., verdacht van de moord op Theo van Gogh. Om die reden vindt het openbaar ministerie het ook nodig om een juiste foto van de verdachte in het tv–programma te laten zien.

Mogelijke getuigen, die tot dusver wellicht op het verkeerde been waren gezet door de verkeerde foto, kunnen ermee worden gevonden. De advocaat van de AVRO, J. van Manen, stelde dat het heel vervelend is voor de persoon op de ten onrechte getoonde foto, dat hij steeds weer wordt gepresenteerd als verdachte. Ook om die reden vindt hij het tonen van de juiste foto verdedigbaar.

Plasman, die zowel de Staat als de AVRO – de omroep die Opsporing Verzocht uitzendt – had gedaagd, benadrukte tijdens de behandeling van het kort geding meerdere malen dat B. nog steeds verdachte is in de zaak en bovendien in voorlopige hechtenis zit. „Hij is dus in handen van justitie en voor niemand een gevaar."

De raadsman begrijpt het onderzoeksbelang niet als het OM stelt dat het wil weten met welke mensen B. contact had in de dagen voor de moord op Theo van Gogh. „Daarvoor hoeven ze niet meteen naar dit ultieme middel te grijpen. Bovendien hadden ze dit ook vlak na de moord kunnen bedenken, omdat iedereen dan nog fris van lever is en zich meer herinnert."

De advocaat vermoedt dat het OM wil weten met wie de verdachte de dagen voor de moord is omgegaan, om de betrokkenheid van derden vast te stellen. „Maar daarvoor moet niet het belang van mijn cliënt worden geschonden."

Plasman vertelde dat Mohammed B. zich nog steeds beroept op zijn zwijgrecht en tot nu toe een keer is verhoord. Dat verhoor duurde twintig minuten. De verdediger heeft vorige week een brief gehad van de politie met de vraag of B. inmiddels bereid is te verklaren. Daar heeft Plasman nog niet op geantwoord. „Maar misschien had mijn cliënt wel eieren voor zijn geld gekozen en gezegd, vertel maar waar ik op moet antwoorden om publicatie van de foto te voorkomen. Het is de ultieme wens van het OM om hem te brandmerken."

In een reactie zegt Plasman nu te vrezen dat deze zaak voortdurend als uitzonderlijke wordt bestempeld, waardoor opeens van alles kan. Eerder zei minister Donner van Justitie namelijk al dat het om een uitzonderlijke zaak gaat, waarin ongewone procedures moeten kunnen worden gebruikt. Plasman vreest nu ook dat dit ook continu gaat gebeuren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer