Paterson had volgens een parlementair comité tegen betaling gelobbyd voor bedrijven en daarmee regels overtreden. Het comité adviseerde Paterson voor 30 dagen te schorsen, maar daarmee zou zijn zetel in gevaar kunnen komen. Er had een tussentijdse verkiezing in zijn kiesdistrict afgedwongen kunnen worden.

Daarop greep de Conservatieve Partij van Johnson in. Een stemming in het Lagerhuis over de schorsing van Paterson ging niet door. In plaats daarvan kregen parlementariërs van de regeringspartij opdracht een voorstel te steunen voor de oprichting van een nieuwe comité dat zich over de zaak moest buigen en met nieuwe regels moest komen. Dat zou feitelijk worden gecontroleerd door de conservatieven.

Hoewel het Lagerhuis de oprichting van het comité nipt goedkeurde, leidde de zaak tot een enorme politieke rel. De oppositie kondigde een boycot aan van het nieuwe comité en ook binnen de partij van Johnson klonk kritiek. Uiteindelijk zag de regering zich genoodzaakt om het parlement alsnog te laten stemmen over het schorsen van Paterson. Die besloot dat niet af te wachten en kondigde vorige week zijn vertrek aan.

De kritiek op de partij van Johnson zwol afgelopen weekend nog verder aan na onthullingen van The Sunday Times. Die krant berichtte dat rijke geldschieters van de Conservatieve Partij vrijwel verzekerd leken te zijn van een plek in het ongekozen House of Lords, de Britse Eerste Kamer, als ze de conservatieven steunden met meer dan 3 miljoen pond (3,5 miljoen euro).

Johnson heeft benadrukt dat zijn regering beschuldigingen van corruptie erg serieus neemt, maar liet zich maandag niet zien in het parlement. Hij was in het noorden van Engeland voor een bezoek aan ziekenhuispersoneel. Zijn woordvoerder benadrukt dat de premier dit keer de trein heeft genomen. Johnson kreeg onlangs ook al een storm van kritiek te verduren omdat hij vanaf klimaattop COP26 met een privéjet naar Londen was gevlogen voor een diner.