Knap jeugdboek over overspel in christelijk gezin
„Met een klap doet Elin de laptop dicht. Ze wil schreeuwen, met de deur slaan en zichzelf opsluiten in haar kamer.” Vanaf de eerste regels worden de lezers het leven van deze havo 3-leerling in getrokken.
Uit nieuwsgierigheid heeft Elin in de mailbox van haar moeder gezocht en een mail gelezen die ze liever niet had gelezen. Deze ontdekking zorgt voor veel boosheid en verwarring bij Elin.
Wanneer ze een repetitie van meneer Van der Ven, leraar geschiedenis, fotografeert en deelt met haar klasgenoten, wordt dit ontdekt. Als haar moeder haar aanspreekt op haar bedrog, kan Elin zich niet langer inhouden en schreeuwt: „Ik weet wie hier de bedrieger is. Kijk maar in de spiegel.” Dat haar moeder een geheime relatie heeft, kan ze niet langer voor zich houden.
Vanaf dat moment neemt haar moeder het in veel gevallen voor Elin op, in de hoop dat Elin tegen haar vader zal zwijgen: „Niemand heeft er iets aan als we erover praten.”
Joke van Winkel kiest in dit boek niet voor een gemakkelijk thema: overspel in een christelijk gezin. Naast de pijn, de verwarring en het verdriet die dit veroorzaakt, laat ze treffend zien dat hierdoor ook achter het geloof in God vraagtekens kunnen komen te staan. Elin vindt haar moeder schijnheilig omdat ze wel twee keer op een zondag naar de kerk gaat. Hoe kan haar moeder zingen: „Welzalig zijn d’ oprechten van gemoed”? Elin gaat liever niet meer naar de kerk en de jeugdvereniging. Ook kan ze niet meer tegen de troetelnamen die haar moeder tegen haar vader zegt. Voor haar is het allemaal één groot toneelspel.
Van Winkel heeft zich goed ingeleefd in de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon. De sterk wisselende stemmingen van Elin zijn voor haarzelf en voor haar omgeving niet makkelijk. Vooral de docent geschiedenis moet het ontgelden.
Uiteindelijk verbreekt Elin het zwijgen tegen een jonge lerares: „Mijn moeder ging vreemd. Misschien nog steeds wel.” Dan stelt ze haar moeder een ultimatum.
Ongelukkig
Knap maakt de auteur duidelijk wat bedrog met mensen doet. Elin en haar moeder vinden het allebei moeilijk om hun bedrog te bekennen, maar tegelijkertijd voelen ze zich ongelukkig. Bedrog ontkennen of verzwijgen maakt het, zo blijkt uit het verhaal, alleen maar erger.
De doelgroep (meiden vanaf 12 jaar) kan de boodschap van Van Winkel niet ontgaan: mensen zijn niet altijd te vertrouwen, maar de Heere wel.
Boekgegevens
Bedrog, Joke van Winkel; uitg. Den Hertog; 190 blz.; € 14,90