In Irak ontvoerde journalisten leven
Twee in Irak ontvoerde Franse journalisten leven nog en maken het goed, volgens de Britse krant Sunday Times. De krant zegt te beschikken over een cd-rom met beelden van de journalisten, die zeggen goed te worden behandeld. De opnamen zijn volgens de krant waarschijnlijk eerder deze maand gemaakt.
Het was zaterdag honderd dagen geleden dat de twee Fransen, Christian Chesnot van Radio France Internationale en Georges Malbrunot van Le Figaro, in de Iraakse stad Najaf werden ontvoerd door leden van het Islamitische Leger. Hun eveneens ontvoerde Syrische chauffeur werd op 11 november in Fallujah bevrijd door Amerikaanse mariniers. The Sunday Times schrijft dat de twee Fransen waarschijnlijk worden vastgehouden in de buurt van Latifiyah, ten zuiden van de hoofdstad Bagdad.
Bij aanslagen in en rond Bagdad zijn zaterdag vier mensen om het leven gekomen en zeker vijftien gewond geraakt.
Twee doden en zeker tien gewonden vielen bij een bomexplosie in de al-Rasheed-straat nabij de centrale bank, op het moment dat er twee Amerikaanse voertuigen langsreden. De twee doden waren voorbijgangers, terwijl de meeste gewonden bewakers van de bank waren.
De derde dode en een gewonde vielen in de wijk al-Saydiyah in het zuiden van Bagdad toen een bom ontplofte terwijl een Amerikaans militair konvooi voorbij reed.
In de omgeving van Duluiyah, 70 kilometer ten noorden van Bagdad, kwam een Amerikaanse militair om het leven toen een bom ontplofte op het moment dat hij in een M1-Abrams-pantserwagen langsreed.
Een andere bom ontplofte langs de weg naar het vliegveld van Bagdad. Twee gepantserde bussen van het Amerikaanse leger die een pendeldienst onderhielden werden beschadigd. Twee Amerikaanse militairen en twee Irakezen, onder wie de directeur-generaal van het ministerie van Jeugdzaken, raakten gewond.
Sjiitische partijen en politici in Irak hebben zich zaterdag uitgesproken tegen uitstel van de algemene verkiezingen van 30 januari. Soennitische groepen hadden op uitstel aangedrongen in verband met het aanhoudende geweld in delen van het land.
Mohammed Hussein al-Hakim, zoon van grootayatollah Mohammed Said al-Hakim noemde de verkiezingsdatum „niet onderhandelbaar.” Al-Hakim zei te spreken namens het sjiitische religieuze leiderschap, onder wie de invloedrijke grootayatollah Ali al-Sistani. „Alle partijen zijn deze datum overeengekomen en wij kunnen daar om geen enkele reden op terugkomen.”