Het „vergt veel overleg” onder meer met sociale partners en er is een wetswijziging voor nodig, aldus de bewindsman. Op 12 november wil het kabinet besluiten hoe het verder gaat, na een advies van deskundigenclub Outbreak Management Team (OMT).

Ook wil het kabinet kijken of het de coronapas „specifiek kan gebruiken in dorpen en steden” waar een kleiner deel van de mensen is geprikt, en waar het aantal ziekenhuisopnames hoog is. Dit soort maatregelen „gaat niet meteen in”, maar worden dus wel voorbereid.

Het kabinet wil de economie zoveel mogelijk sparen, zei premier Mark Rutte. Ook moet sociaal-emotionele schade worden voorkomen. Daarom zijn er ook geen stappen aangekondigd voor het onderwijs.

De Tweede Kamer was tot dusver niet enthousiast over het idee om het coronatoegangsbewijs op de werkvloer in te voeren. De Jonge zei dat het kabinet niet alleen kijkt waar draagvlak voor is, maar „ook wat nodig is”. Volgens de minister is nu 12 tot 13 procent van de clusterbesmettingen op de werkvloer.

De zogenoemde 2G-regel, waarbij mensen alleen ergens naar binnen mogen als ze gevaccineerd of hersteld zijn van corona, wil het kabinet vermijden. „Dat zou een enorm verlies betekenen als we dat moeten doen”, verklaarde Rutte. Voor het zo ver is zullen volgens hem nog „veel stappen” doorlopen moeten worden.

Het coronatoegangsbewijs op de werkvloer komt niet neer op een verkapte vaccinatieplicht, vindt De Jonge. Hij erkent wel dat het „lastig” is voor niet-gevaccineerde werknemers als de maatregel wordt ingevoerd.

De Jonge sluit invoering van 2G niet helemaal uit. Hij denkt dat daar niet aan te ontkomen is als er gekozen moet worden tussen sluiting van sectoren of 2G. „Dan zou de balans wel eens kunnen doorslaan naar 2G”, denkt De Jonge.