Dat concludeerde NRC maandag op basis van vertrouwelijke notities van ambtenaren die de voortgang van het werk van de commissie moesten bewaken.

Volgens het college moest de Nederlandse Staat de verantwoordelijkheid nemen om de misstanden van het slavernijverleden onder ogen te zien. Daarbij zou de overheid niet alleen excuses moeten maken en schadeherstel regelen; een en ander zou ook verankerd moeten worden in een wet. Ook zou Nederland slavernij wettelijk moeten aanmerken als een misdaad tegen de menselijkheid.

Het college werd in juli 2020 geïnstalleerd door het kabinet. In december dat jaar constateerden ambtenaren van verantwoordelijk minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) echter dat er nog maar weinig werk was verzet. „Dit hangt deels samen met het steeds terugkomen op genomen besluiten, onduidelijkheid over genomen besluiten, formalistische werkwijze, vooruit willen lopen op de uitkomsten van de gesprekstafels terwijl het om een open dialoog moet gaan”, citeert NRC uit een vertrouwelijk memo. Elders valt te lezen dat „enkele leden een duidelijk stempel op de groep [lijken] te drukken en willen voorsorteren op de uitkomsten van de dialoog.”

Door het interne gerommel zou ook de opzet om zeven wetenschappers een gezamenlijk historisch en juridisch advies te laten uitbrengen, in het water zijn gevallen. De dialogen werden uiteindelijk kort na elkaar gehouden in mei, terwijl er een zorgvuldig opgebouwde reeks van september 2020 tot maart dit jaar was voorzien, aldus NRC.

Het demissionaire kabinet heeft nog niet gereageerd op de aanbevelingen van het college.