De ledenvergadering zag af van de benaming „politiek leider" die volgens VVD–coryfee Vonhoff te veel doet denken aan „kaplaarzen" en de Tweede Wereldoorlog. Van Aartsen kan zich nu als politiek aanvoerder profileren als het gezicht van de partij in het land. Hij kondigde al aan dat hij zich voor de volgende verkiezingen bij de leden kandidaat stelt als lijsttrekker.

De VVD–afdeling Ede wilde aanvankelijk dit leiderschap zwart op wit vastleggen in een motie. Dat moest voor de kiezers de indruk wegnemen dat er bij de VVD twee kapiteins op een schip zitten, met naast Van Aartsen vice–premier Zalm, die lijsttrekker was bij de laatste verkiezingen. De fractievoorzitter kan duidelijker het standpunt van de partij uitdragen dan een minister, die het beleid van het kabinet moet verdedigen, aldus de motie.

Gedurende het congres werd echter duidelijk dat er geen meerderheid was voor de motie–Ede. Van Aartsen dreigde openlijk gezichtsverlies te lijden, maar oud–minister De Grave trad op als zijn redder. De Grave stelde voor dat het congres zou uitspreken dat Van Aartsens vraag om meer armslag positief zou worden beantwoord, maar dat de aanpassing van de reglementen pas over een paar jaar wordt besproken. Het partijbestuur nam dit vervolgens over en kwam met de motie waarin de fractievoorzitter politiek aanvoerder wordt genoemd.

Van Aartsen zei na afloop „tevreden" te zijn, dat de partij dit voor het eerste met zoveel woorden heeft uitgesproken. Het stimuleert hem om „zich nog helderder en duidelijker uit te spreken dan ik toch al deed."

Ook Zalm toonde zich tevreden dat de motie van het partijbestuur met algemene stemmen was aangenomen. „Alleen de fractievoorzitter van de VVD kan het onversneden liberale geluid laten horen. Hij moet ook de leiding nemen in het openbare politieke debat en in het openbaar de agenda zetten. Een premier, vice–premier, minister of staatssecretaris zijn wel gezichtsbepalend, maar kunnen nooit die rol vervullen. Zij verdedigen het beleid dat in de ministerraad is afgesproken."

Zalm liet in het midden of hij over een jaar of twee zelf kandidaat wil zijn voor het lijsttrekkerschap van de VVD. „Ik beslis pas in 2006, maar primaries (voorverkiezingen) lijken me heel leuk."

Het was dit keer nog aan Zalm om het congres met een toespraak af te sluiten. Hij zei het niet vreemd te vinden dat de regeringspartijen het slecht doen in de opiniepeilingen. Er is weerstand tegen de volgens Zalm noodzakelijke economische hervormingen van het kabinet en mensen voelen zich na de moord op Theo van Gogh angstig, bitter en onzeker. Voor Zalm is er maar een antwoord: „We zullen de sociaal–economische hervormingen doorvoeren en laten zien dat die vruchten afwerpen. We zullen optreden tegen extremisme en terrorisme en successen boeken."