Fout campagneplan in CDA gelukkig gecorrigeerd
En weer is het CDA deze week negatief in het nieuws. Het houdt voor de geplaagde christendemocraten maar niet op. Eerst een mislukte lijsttrekkersverkiezing, dan zetelverlies bij de Kamerverkiezingen, daarna een vernietigende evaluatie en het vertrek van bestuursleden, tot slot de afsplitsing van het gevierde Kamerlid Omtzigt. En dan nu de publicatie van het boek Code Rood.
Daarin onthullen de journalisten Peter Kee en Thijs Broer dat tijdens de laatste verkiezingscampagne binnen het CDA plannen werd beraamd om een harde, op de persoon gerichte campagne te starten tegen VVD-leider Rutte. In een reeks filmpjes, waarvan verborgen moest blijven dat ze uit CDA-kring afkomstig waren, moest de premier worden aangevallen op gebrekkige daadkracht, falend leiderschap en gebroken beloften. Rutte zou vergeleken worden met Afrikaanse dictators en worden afgeserveerd als een onbetrouwbaar sujet, dat de ene na de andere partijgenoot het mes in de rug stak om zelf maar in het zadel te kunnen blijven.
Wat te denken van deze onthulling? Vooropgesteld: mensen persoonlijk beschadigen, hun eer en goede naam aantasten, is in alle gevallen een kwalijke zaak. Politici zouden zich daar verre van moeten houden. Dat dit verschijnsel de laatste jaren in de Haags slangenkuil steeds verder oprukt, behoort iedereen zorgen te baren. Dit ondergraaft het vertrouwen in de politiek als geheel en is schadelijk voor ons democratische systeem.
Maar nu terug naar de ‘onthulling’ van deze week. Daarbij kunnen en moeten diverse kanttekeningen worden geplaatst. De eerste is dat we de door Kee en Broer naar buiten gebrachte plannen moeten zien in de context van de situatie van eind vorig jaar en begin dit jaar. Binnen het CDA heerste chaos. Van een strak gecoördineerde campagne met één heldere boodschap of van een dwingende centrale regie was geen sprake. In tegendeel. Dat er in die omstandigheden door enkele christendemocraten wilde en laakbare plannen werden geopperd, zegt eigenlijk meer over de ontreddering waarin de partij toen verkeerde dan over kwaadaardige intenties die in het CDA-commandocentrum zouden leven.
De tweede kanttekening is dat genoemde ideeën blijkbaar op enige moment in de verkiezingscampagne door enkele CDA-strategen naar voren zijn gebracht, maar dat deze voorstellen bij personen die er in de partij werkelijk toe deden of onbekend waren (Hoekstra) of door hen meteen zijn afgeschoten (Omtzigt, Heerma). Dat laatste is bepalend.
Brengt Code Rood, als het gaat om de verkiezingscampagne van het CDA, dus nutteloze informatie naar buiten? Nee, zeker niet. Het is boeiend en zinvol hiervan kennis te nemen. Maar met het interpreteren van deze info is het oppassen geblazen. Laat vooral dít de conclusie zijn: wat mooi dat zulke plannen al snel de kop zijn ingedrukt en wat goed dat een foute koers in de CDA-campagne meteen is gecorrigeerd. Zo brengen we over de Nederlandse politiek ook eens iets positiefs naar buiten.