Aanbesteding OV in kleinere steden verplicht
Al het streekvervoer en het openbaar vervoer (OV) in kleine en middelgrote steden moet vanaf 2007 worden aanbesteed. De duur van de contracten of concessies komt op acht jaar.
Het kabinet besloot dat gisteren op voorstel van minister Peijs (Verkeer). Op grond van de Wet personenvervoer, die sinds 2001 van kracht is, moeten lagere overheden het openbaar vervoer in hun regio opdelen in concessies en daarna aanbesteden. Het idee achter het beleid is dat OV-bedrijven efficiënter gaan werken waardoor ze met minder geld dezelfde dienstverlening kunnen bieden.
Op dit moment is 40 procent van het bedoelde openbaar vervoer aanbesteed. Onderzoek wijst uit dat de aanbestedingen goed werken: de kwaliteit is hoger, het aanbod groter, het gebruikte materiaal nieuwer en de reisinformatie beter. Provincies en regio’s zijn verder goedkoper uit, gemiddeld 10 à 20 procent.
Deze overheden krijgen van minister Peijs een jaar extra de tijd voor de verplichte aanbesteding. De concessieduur wordt bovendien verruimd van zes naar acht jaar. De aanbestedingsverplichting geldt niet voor vernieuwende vormen van openbaar vervoer omdat die daardoor zouden worden belemmerd. Zoals bij lightrail of sneltram, die de voordelen van tram en trein combineert.