Vaughan Roberts levert Bijbelse en pastorale bijdrage aan genderdebat
Het debat over transgenders staat flink in de belangstelling – en het ligt allemaal gevoelig. Artikelen, studies, themanummers, pastorale handreikingen volgen elkaar in snel tempo op.
Al die aandacht is op zich een goede zaak –het ís een belangrijk thema–, maar het kan ook voor een bepaalde verlegenheid zorgen. De stortvloed aan publicaties en geventileerde meningen kan intimiderend werken voor mensen die voor hun gevoel wat aan de zijlijn staan in dit debat en het lastig vinden om een goede, gefundeerde en vooral Bijbelse visie over dit onderwerp te ontwikkelen. Dat is niet langer nodig. Vaughan Roberts, evangelicaal predikant in de anglicaanse St. Ebbe’s in Oxford, schreef een beknopt, informatief, Bijbels gefundeerd boekje dat bovendien heel toegankelijk en eenvoudig leesbaar is. In zes hoofdstukjes word je als lezer echt verder geholpen.
Roberts is begripvol, invoelend en pastoraal naar degenen die worstelen met gevoelens van genderdysforie. Hij is ook kritisch en laat zien dat, naast reële pijn en nood, er ook sprake is van een hype die niet los gezien kan worden van de wijze waarop onze samenleving zich ontwikkelt en waarin gevoelens zo ongeveer het einde van alle tegenspraak lijken te zijn. Hoewel we inmiddels niet meer geloven in absolute waarheden is er één die onbetwistbaar lijkt te zijn: het recht om zelf te bepalen wie je wilt zijn. Daarbij mag „zelfs je eigen lichaam (…) je niet beperken in hoe je jezelf wilt zien.” Dit zorgt ervoor dat elke poging om iemands genderidentiteit te willen corrigeren op steeds meer onbegrip stuit – terwijl een studie uit 2014 laat zien dat van kinderen die aangeven dat ze te maken te hebben met transgendergevoelens, 70 tot 80 procent aangaf dat deze gevoelens na verloop van tijd verdwenen, zonder medische of chirurgische behandeling.
Wat zegt het over een samenleving als gevoelens het einde van alle tegenspraak worden en we daar massaal in meegaan? En –terechte vraag van enkele dappere medici– waarom doen we dat híér wel en bijvoorbeeld bij de gevoelens van een anorexiapatiënt niet?
Wie je bent
Roberts blijft niet steken in analyse en kritiek alleen, hij gaat ook na hoe we deze materie vanuit een christelijk geloofsperspectief dienen te taxeren. Vanuit het gegeven dat we door God geschapen zijn (m/v) kunnen we onze identiteit niet zelf programmeren. Deze is gegeven. En voor het grootste gedeelte van de mensheid betekent dit dat we man of vrouw zijn, een gegeven dat God ook door ons gerespecteerd wil zien (vandaar bijvoorbeeld het verbod op het dragen van mannenkleding door vrouwen en andersom in het Oude Testament).
Ook ons lichaam is (een) gegeven: we zijn ”belichaamde zielen” – wat betekent dat onze lichamelijkheid iets wezenlijk goeds is (wat we ook zien in het feit dat de Zoon van God een lichaam aannam en lichamelijk opstond). In plaats een legobouwdoos –waarmee je zelf bouwen kunt wat je wilt– is de mens meer een kunstwerk dat weliswaar restauratie nodig heeft (vanwege de zonde), maar waarbij herstel van het oorspronkelijke altijd uitgangspunt is. Dit impliceert dat we ons lichaam en geslacht dienen te accepteren als goede gaven van God en daarnaar proberen te leven. In plaats van je lichaam aan je psyche aan te passen, zoals momenteel vaak gebeurt, roept Roberts op onze geest te laten voegen naar de biologie van het lichaam.
Dat dit niet eenvoudig is en voor sommigen een intense strijd kan impliceren, is duidelijk. Roberts vergelijkt dit met zijn eigen strijd als homo: een kruis waar hij levenslang mee te dealen heeft. Er is geen garantie dat transgevoelens overgaan. Maar hij wijst erop dat de ware identiteit van een gelovige (of deze nu hetero, homo of trans is) niet in deze gevoelens ligt, maar in Christus. Met andere woorden: ze zijn er, ze beschrijven voor een deel misschien hoe je bent, maar ze bepalen niet wie je bent. Gelovigen zijn geroepen om door de Geest hun gevoelens en gedrag in overeenstemming te brengen met wie ze werkelijk zijn in Christus.
Een treffend citaat: „Heel vaak laat God het toe dat deze obstakels aanwezig blijven. En wonderlijk genoeg vernieuwt God ons innerlijk dwars door de voortdurende worsteling met ons ontregelde lichaam en onze ontregelde geest heen, zodat we meer en meer als Christus worden.” Geschapen met een gegeven identiteit, tegelijk levend in een gebroken wereld, strekt een christen zich uit naar de hoop van de opstanding: een nieuw bestaan waarvan geldt dat mannelijk en vrouwelijk niet meer het meest bepalend zijn voor wie je bent, maar waar geldt: het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden.
Roberts biedt in kort bestek veel om over na te denken. Hij gaat niet mee met de cultuur, maar ook niet met harde kritiek op de transbeweging, omdat hij pastoraal bewogen meeleeft met de gebrokenheid die mensen ervaren. Daarom is zijn boekje nergens hard, scherp of veroordelend. En zo moet het ook: de waarheid spreken in liefde. Kortom, het boekje biedt een goed uitgangspunt voor een eerste kennismaking met deze materie en is –vanwege de bijgevoegde vragen– ook geschikt voor gespreksgroepen.
Boekgegevens
Transgender, Vaughan Roberts; uitg. Het Zoeklicht; 93 blz.; € 7,50