Xi uitte zich in een essay in een blad van de regerende Communistische Partij, dat door staatspersbureau Xinhua werd gepubliceerd. Hij noemde daarin de „gemeenschappelijke welvaart” een breed beleidsstreven om de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Daarvoor is een reeks maatregelen nodig tegen excessen in sectoren zoals technologie en privé-onderwijs, zo viel te lezen.

China is een economische grootmacht geworden na de hervormingen van de vorige eeuw. Door de hervormingen is de ongelijkheid in het land ook groter geworden, vooral tussen stad en platteland. De kloof bedreigt ook de sociale stabiliteit. Volgens Xi moet het verschil tussen het inkomen en de consumptie halverwege deze eeuw zijn teruggebracht tot een „redelijke marge”. Maar hij waarschuwde tegelijkertijd dat de regering „niet voor alles kan zorgen”.

De president zei in het essay ook vooruitgang te eisen met betrekking tot een langverwachte onroerendgoedbelasting die de welvaartskloof zou kunnen helpen verkleinen. China denkt al meer dan tien jaar na over een dergelijke belasting, maar stuitte op verzet van belanghebbenden, waaronder lokale overheden. Die vrezen dat de belasting de waarde van onroerend goed zou aantasten.

Ook zou de regeling een uitverkoop van de markt op gang kunnen brengen. Een dergelijke belasting zou een rem kunnen zetten op de vele speculaties op de huizenmarkt. De Chinese huizenmarkt ligt momenteel onder een vergrootglas door de schuldencrisis bij vastgoedontwikkelaar China Evergrande Group.