Manifest: steeds meer zorgen over Nederlands vestigingsklimaat
De zorgen over het Nederlandse vestigingsklimaat nemen toe, zo staat in een manifest dat aan informateurs Wouter Koolmees en Johan Remkes is verstuurd. Zo is onder meer sprake van een toenemende kansenongelijkheid, loopt Nederland qua investeringen in kennis en innovatie achter en wordt het land steeds minder aantrekkelijk voor buitenlandse talenten. Verder ligt de positie van Schiphol steeds meer onder vuur in vergelijking met andere luchthavens in Europa en lijken we qua export ingehaald te worden door andere landen. Ook loopt de belastingdruk in Nederland op.
In het manifest, uiten meer dan 120 ondernemersorganisaties, verschillende gemeenten, bestuurders van provincies en andere partijen hun zorgen. „We staan er op veel punten op het oog nog goed voor. Maar onder de motorkap is sprake van een verslechtering van het vestigingsklimaat op veel punten, terwijl andere landen juist gezorgd hebben dat ze aantrekkelijker werden voor investeringen van bedrijven”, stelt Ingrid Thijssen voorzitter van VNO-NCW. Volgens haar evenknie van MKB-Nederland Jacco Vonhof zijn de zorgen er na de recente Algemene Politieke Beschouwingen en de nieuwe lastenverzwaringen voor bedrijven „zeker niet minder” op geworden.
De opstellers van het manifest maken zich ook zorgen over de schoolprestaties van de Nederlandse kinderen. Verder is de verminderde stabiliteit van het overheidsbeleid een punt van zorg. „Ondernemers durven te investeren wanneer ze weten waar ze aan toe zijn. Decennialang was Nederland daar in de wereld een voorbeeld van, maar dat zijn we niet meer”, aldus Thijssen.
Als Nederland een aantrekkelijk vestigingsklimaat wil houden dan is er op zes fronten actie nodig, aldus het manifest. Dan gaat het onder andere om een goede leefomgeving, een goed opgeleide beroepsbevolking en meer inzet op kennis en innovatie. Daarnaast moet Nederland ervoor zorgen dat er „excellente verbindingen” zijn binnen Nederland en met het buitenland. Verder rept het manifest van een strategisch industriebeleid en een betrouwbare en voorspelbare overheid.