Binnenland

Geweld in Nijmegen vaak door veelplegers

Ruim de helft van de plegers van geweldsdelicten in Nijmegen heeft zich al eerder aan geweld schuldig gemaakt. Een groot deel van deze misdrijven is toe te schrijven aan een relatief kleine groep veelplegers.

Regioredactie
26 November 2004 10:02Gewijzigd op 14 November 2020 01:55

Dat blijkt uit een onderzoek van Oostveen Beleidsonderzoek en Advies naar agressie in Nijmegen, dat vanochtend is gepresenteerd. Burgemeester G. ter Horst gaf opdracht tot het onderzoek.

Jaarlijks worden er in Nijmegen zo’n 2700 geweldsmisdrijven gepleegd. De helft daarvan gebeurt op straat, zoals beroving, uitgaansgeweld en misdragingen in het verkeer. Relatieproblemen en langslepende conflicten vormen de belangrijkste aanleidingen. „Het aantal delicten neemt toe”, constateert burgemeester Ter Horst, „maar we willen niet blijven stilstaan bij de constatering dat dit erg is.”

Door het vroegtijdig signaleren van potentieel crimineel gedrag en een strakkere begeleiding van veelplegers probeert de gemeente Nijmegen het aantal geweldsmisdrijven de komende jaren sterk terug te dringen. Vaak is er nauwelijks een oorzaak van de misdaad te achterhalen en is er sprake van zogenaamd zinloos geweld.

Een op de vijf geweldsmisdrijven komt voor rekening van een relatief kleine groep van 182 veelplegers. Zij hebben allemaal meer dan vijf geweldsdelicten gepleegd. Ongeveer 80 procent van hen pleegde het eerste geweldsdelict voor het 25e levensjaar. Van de jonge daders van geweldsmisdrijven komt de helft uit een gezin waarin ook andere leden misdaden pleegden. „We hebben in het onderzoek niet alleen naar de dader gekeken, maar naar het hele gezin.” Ter Horst merkt dat crimineel gedrag zich op steeds jongere leeftijd openbaart.

De groep van 182 veelplegers was in de loop der jaren verantwoordelijk voor bijna 2000 geweldsdelicten, zoals verkrachting, mishandeling en doodslag. Dezelfde groep is daarnaast verantwoordelijk voor ongeveer 8000 andere misdrijven, zoals diefstal, vernieling, wapen- en drugshandel en verkeersdelicten.

Het onderzoek biedt volgens Ter Horst goede mogelijkheden om (potentiële) daders beter in beeld te krijgen. Daarmee ontstaat de mogelijkheid voor een meer gerichte aanpak van deze groep. Ter Horst: „Het is zaak in te grijpen wanneer iemand voor de eerste keer tegen de lamp loopt.”

Op dit moment staat de versnipperde hulpverlening een vroege signalering en een effectieve aanpak in de weg. Ter Horst wil daarom in Nijmegen een centraal meldpunt aanwijzen. Daar moet informatie binnenkomen vanuit politie, reclassering, jeugdzorg, scholen, maatschappelijk werk en woningbouwcorporaties. Ter Horst denkt hiervoor aan het bestaande meldpunt bijzondere zorg.

Het openbaar ministerie heeft toegezegd bij geweldsmisdrijven een lagere straf te zullen opleggen als de dader bereid is een hulpverleningstraject te doorlopen. Ter Horst sluit medewerking onder dwang echter niet uit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer