Te vroeg om fossiele energie af te danken
De extreem hoge prijs van aardgas is een wake-upcall. We zullen nog lange tijd voor een belangrijk deel aangewezen blijven op fossiele brandstoffen. In de tussentijd moeten we bronnen zoals aardgas dus niet verwaarlozen.
Het oude gezegde ”gooi geen oude schoenen weg voordat je nieuwe hebt”, is nog steeds maar al te waar. Zeker als we kijken naar de huidige crisis met de gasprijzen, die menig burger en bedrijf nu op hoge kosten jaagt.
Nederland en veel andere EU-landen hebben deels kerncentrales en steenkoolcentrales al gesloten, nog voordat er voldoende alternatieve bronnen waren. Waterstof staat nog in de kinderschoenen; windmolens en zonnepanelen leverden in 2020 nog maar 11 procent van het totaal aan energieverbruik in ons land. Dat verklaart waarom aardgas nog steeds een belangrijke energiebron is. Mede door de grote vraag wereldwijd is de prijs extreem de hoogte in geschoten.
In zijn opinie in het RD (9-10), ziet prof. Han Slootweg de gasprijscrisis als een impuls voor meer duurzame energie. Matigen van energiebelasting moet volgens hem niet te algemeen, omdat anders „de prikkel om minder gas te gebruiken, afneemt.”
Groene energie heeft de toekomst, evenals energiebesparing. Daarin heeft Slootweg geheel gelijk. Maar ik roep ertoe op erg voorzichtig te zijn: de energietransitie kan nog tientallen jaren duren. Een langdurige periode van hoge prijzen voor fossiele brandstoffen kunnen onze burgers en bedrijven zich eenvoudigweg niet veroorloven. Nu al zien we dat sommige bedrijven serieus in de problemen komen.
Uitsluiten van ondersteuning
Dat vraagt om verstandig beleid. Dat betekent dat je naast een inzet op verduurzaming, ook moet blijven zorgen voor voldoende aanbod van gas en andere fossiele brandstoffen. En daar wringt nu juist te schoen, merk ik om me heen in Brussel.
Europa doet er namelijk alles aan om de huidige schaarste aan gas nog groter te maken. De Europese Commissie wil bijvoorbeeld alle investeringen in fossiele brandstoffen uitsluiten van ondersteuning uit het Europees herstelfonds van 750 miljard euro. De Europese Investeringsbank is ook hard op weg om de financiering van olie, gas en kolen te stoppen. Pensioenfondsen zoals ABP worden opgeroepen niet meer in fossiele brandstoffen te beleggen.
Daar komt bij dat de Europese Commissie heeft voorgesteld een nog hoger prijskaartje te gaan hangen aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Ook huishoudens zullen dat gaan merken: woningen en andere gebouwen (de gebouwde omgeving) moeten onder het zogenaamde Europese emissiehandelssysteem gaan vallen.
Omslag kost tijd
Bij dat alles moeten we bedenken dat de omslag naar groene energie de nodige tijd kost. Ssnel veel meer windmolens en zonnepanelen aanleggen gaat niet: het stroomnet kan het in delen van Nederland nu al niet aan. Een veelvoud aan molens en panelen is nodig om Nederland van stroom te voorzien: ruimte die niet zo snel voorhanden is. Zeker niet als Nederland nog 1 miljoen huizen bijbouwt, die ook energie verbruiken.
Het risico is dat de EU te hard van stapel loopt met het uitfaseren van fossiele brandstoffen. De energietransitie duurt misschien wel tot 2050, betoogde hoogleraar Rob de Wijk op Energiepodium.nl (5-10). Hij waarschuwt dat gas door veel landen in de wereld wordt gezien als dé transitiebrandstof. Zo zal het Europese gasverbruik tot 2030 niet af-, maar nog toenemen. Het effect op de prijs laat zich raden.
Activistische politiek
De Wijk waarschuwt terecht voor activistische politiek om overhaast energiebronnen te sluiten zonder te beschikken over alternatieven. Zulk activisme kan leiden tot grote economische en sociale schade. Ik kan me helemaal vinden in zijn betoog.
Niet dat er niet gewaarschuwd is. De voorgangers van Frans Timmermans in de Europese Commissie presenteerden vele nota’s die pleiten voor méér verschillende bronnen en aanvoerroutes. Dat zou de EU minder afhankelijk maken van een bepaalde bron. Maar in praktijk gebeurde het tegendeel.
Op de langere termijn moet Nederland ook zeker aan kernenergie denken. Kerncentrales stoten geen CO2 uit, dus zijn feitelijk ‘groen’. Maar dan moet er wel op korte termijn duidelijkheid komen voor het behouden en bijbouwen van nieuwe kerncentrales.
Verwaarloosd
Bij energievoorziening gaat het om drie pijlers: leveringszekerheid, betaalbaarheid en verduurzaming. De les van de huidige crisis is dat we die eerste twee pijlers schromelijk hebben verwaarloosd.
De oplossing voor de gasprijscrisis is dat de overheid snel duidelijkheid geeft: de EU moet erkennen dat fossiele bronnen nog decennia nodig blijven, zolang andere bronnen nog niet ‘op stoom’ zijn. De overheid moet er in ieder geval voor zorgen dat het lonend blijft voor energiebedrijven om te blijven investeren in tussenoplossingen zoals gas en grijze waterstof.
De prikkel om over te stappen op duurzame energie mag geen dolksteek worden: met de huidige prijsstijging is er bij veel burgers en bedrijven minder geld over voor grondige isolatie, warmtepompen, zonnepanelen enzovoort.
Als we veel burgers en bedrijven in de kou laten staan, dan is de energietransitie zeker niet geslaagd.
De auteur is lid van het Europees Parlement voor de SGP.