Advocaten: let bij strengere wetten op rechten verdachten
Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming moet volgens strafrechtadvocaten de rechten van verdachten niet uit het oog verliezen als hij strengere omgangsregels wil invoeren voor advocaten en zware criminelen.
Advocaat Peter Schouten, raadsman van kroongetuige Nabil B. in het liquidatieproces Marengo, is voorstander van strengere regels zodat criminelen hun handel niet in de gevangenis kunnen voortzetten, maar waarschuwt ervoor de waarborgen voor de verdachten te handhaven. „Ik heb vaker gewezen op de antimaffiawet in Italië om de omgang en de contacten en vrijheden te beperken van gedetineerden die als heel gevaarlijk worden beschouwd”, zegt Schouten. „Maar het zal een lastige exercitie worden, want je moet tegelijkertijd zorgen voor goede waarborgen voor de verdachten. Het is goed dat er een wetsontwerp komt, want er zal wel iets moeten gebeuren.”
Volgens strafadvocaat Christian Flokstra moeten door het incident rond Ridouan Taghi en diens neef belangrijke principes niet op de tocht gezet gaan worden. „Vrije advocatenkeuze en vrij verkeer tussen advocaat zijn twee basisprincipes. Daar kun je alleen aan tornen als er problemen zijn. Je moet iets hebben, er moet echt iets aan de hand zijn. Je kunt die principes in algemene zin niet opzij zetten. Want waar trek je de grens, hoe ga je vooraf selecteren in welke zaken of bij welke verdachten je die principes overboord of op de helling zet? Ik snap dat dit mogelijk een ernstig incident is, maar aan de essentie doe je niets. Zo gaat het in een rechtsstaat. Soms gaan dingen mis, dan grijpt de rechtsstaat in, maar zet je de rechtsstaat niet opzij.”
Advocaat Peter Plasman beaamt dat. „Je moet iemand aanpakken als hij in de fout gaat, zoals in dit specifieke geval mogelijk aan de orde is. In elke beroepsgroep gaan mensen in de fout. De minister komt nu heel voorbarig met zwaar geschut, want hij zegt in de kern: we gaan inbreuk maken op het vrije verkeer tussen advocaat en cliënt. Een andere optie zie ik niet. En wat ga je dan doen? Meeluisteren? Dat is het enige wat je kunt doen, bijzondere opsporingsmethoden op advocaten loslaten. En in welke gevallen ga je dat doen, hoe ga je dat selecteren?”
Schouten waarschuwt dat strengere regels gepaard dienen te gaan met goede toetsingsinstrumenten. „Het Openbaar Ministerie staat nou niet bepaald bekend als een organisatie die goed te controleren valt, dus dat is lastig. Maar we zullen wel na moeten denken hoe we verder moeten als criminele samenwerkingsverbanden steeds zwaardere communicatiemiddelen inzetten. Er moet altijd vertrouwelijke communicatie mogelijk kunnen blijven tussen een advocaat en een verdachte. Dat moet goed worden beschermd, anders kun je niets meer bespreken met de cliënt.”