Opinie

Weerwoord: Wat betekent het jubeljaar voor ons?

Veel christenen zien de meeste wetten van Mozes als verouderd. Daarom houden wij ons niet aan de jubeljaarbepalingen. Begrijpelijk. Maar toch is het in ons belang om Gods wijsheid daarin te ontdekken.

​Dr. M. J. Paul
8 October 2021 17:29
Met een ramshoorn werd op de Grote Verzoendag het jubeljaar aangekondigd. beeld iStock
Met een ramshoorn werd op de Grote Verzoendag het jubeljaar aangekondigd. beeld iStock

Na zeven sabbatsjaren is het vijftigste jaar een ”jubeljaar”. De naam heeft niet met jubelen te maken, maar is afgeleid van het bijna gelijkluidende Hebreeuwse woord. Met een ramshoorn werd op de Grote Verzoendag het jubeljaar aangekondigd (Leviticus 25:9). Wanneer Israëlieten door armoede hun land aan een ander hadden moeten verkopen, kregen zij dat weer terug in het jubeljaar.

De oudheid kende drie hoofdoorzaken voor het ontstaan van schuldverhoudingen. In veel ontwikkelingslanden bestaan ze alle drie nog. In Israël werden ze voorkomen:

1. Pachtschulden, samenhangend met grootgrondbezit. In Israël werd grootgrondbezit tegengegaan. In geval van noodgedwongen verkoop van het land mocht het door de familie worden teruggekocht (de ”lossing”, Leviticus 25:25).

2. Schulden door te lage lonen. In Israël eindigden schulden door een kwijtschelding eens in de zeven jaar (sabbatsjaar). De gedwongen arbeidsovereenkomsten eindigden ook in het zevende jaar (Exodus 21:1-11; Deuteronomium 15:12-18). De schuldslaaf kreeg geschenken mee, zodat hij niet meteen in een dwangpositie kwam te verkeren.

3. Schulden als gevolg van ziekte, ongeval, misoogst of andere tegenslagen. In Israël konden dergelijke schulden in verhouding gemakkelijk worden terugbetaald, doordat het vragen van rente aan de arme die in nood verkeerde, verboden was (Exodus 22:25).

In de westerse maatschappij is het kapitalisme opgekomen, met de mogelijkheid dat rijken steeds rijker en armen steeds armer worden. Als reactie is het communisme ontstaan, dat het particuliere eigendom afschafte en alles tot staatsbezit maakte. In de praktijk blijken beide systemen veel nadelen te hebben. Afgezien van het feit dat in beide modellen door God gestelde normen afwezig zijn, valt ook op hoezeer de bepalingen in Israël tot welzijn van alle burgers zijn. Zo’n vergelijking toont aan dat de Israëlitische wetgeving niet geheel verouderd is. De bovengenoemde wetten zijn niet zomaar toe te passen in onze tijd, omdat ze in een heel andere situatie ontstonden. Maar het blijft van belang de financieel zwakken te steunen.

De genoemde regels hebben een maatschappelijke waarde, maar het belangrijkste aspect is dat God de Eigenaar van het Beloofde Land is en daarom ook de regels mag bepalen. In Leviticus staat: „Verder mag het land niet voor altijd verkocht worden, want het land behoort Mij toe. U bent immers vreemdelingen en bijwoners bij Mij” (25:23).

Dit uitgangspunt is ook voor christenen in deze tijd van belang. Wij kunnen doen alsof onze bezittingen geheel van ons zijn, maar de Heere blijft de uiteindelijke Eigenaar.

Ook ten aanzien van de omgang met het land en de aarde is dit essentieel. In onze tijd is het milieuvraagstuk actueel geworden. De mensheid buit de aarde uit en de manier van consumeren, zeker in het Westen, vergt te veel van de aarde. In de hof van Eden kreeg de mens de opdracht tot bouwen en bewaren. Als onderkoning was hem een zorgvuldig beheer toevertrouwd. In de bovengenoemde regels voor Israël komt dat aspect weer terug. De principes achter de wetten zijn ook voor ons van belang. Het kan toch niet Gods bedoeling zijn dat er planten- en dierensoorten verdwijnen door onze leefwijze? Ook de omgang met de arme in nood gaat ons aan.

Israël krijgt land om in te wonen en om opbrengsten in te zamelen, maar het blijft van God. De vreemdelingschap geldt ook voor christenen. Paulus schrijft: „Ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus” (Filippenzen 3:20). Wie op aarde zo leeft, mag naar de toekomst uitzien, en heeft ondertussen de roeping om verantwoordelijk om te gaan met Gods aarde.

De auteur doceert Oude Testament aan de ETF en is eindredacteur Studiebijbel Oude Testament. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer