De koningin en het zusje
Er waren veel verschillen tussen de Britse koningin Elizabeth II en haar zus Margaret. Eén overeenkomst was er in elk geval: ze waren allebei eenzaam.
Ondoorgrondelijk, dat waren ze ook. „Voor iedereen, behalve voor elkaar”, betoogt de Britse royaltykenner Andrew Morton in zijn nieuwe boek ”Elizabeth & Margaret.”
De verschillen tussen Elizabeth (1926) en Margaret (1930-2002) waren al vroeg duidelijk. Elizabeth was in haar jeugd al netjes, ordelijk, zuinig, serieus, gedisciplineerd. Margaret was kwajongensachtig en ondernemend, een feestnummer dat wist hoe ze anderen kon vermaken.
Elizabeths karakter paste bij haar opvoeding: haar jeugd legde de basis voor haar latere plichtsbesef. Ze werd gedrild. De zakken van haar jurken waren dichtgenaaid, zodat ze er haar handen niet in kon steken. Ze leerde niet te wiebelen. Ze leerde elegant te poseren. En urenlang haar plas op te houden.
„Ik ben drie en jij vier”, zei ‘Lilibet’ tegen haar zusje. Die reageerde verward: „Nee, hoor, ik ben drie en jij zeven.” De peuter had geen idee waar Elizabeth het werkelijk over had: niet over hun leeftijd, maar over hun positie in de lijn van troonopvolging.
De zusjes waren onafscheidelijk. Elizabeth nam Margaret in bescherming. Toen een kapelaan met een vooruitstekend gebit op bezoek kwam, wilde Elizabeth niet dat haar jongere zusje hem te zien kreeg. „Ik denk dat ze bang zal worden van uw tanden”, zei ze onvervaard. Zwijgen leerde ze later wel.
Opeens koning
In 1936 werd alles anders. Grootvader George V, de koning, overleed in de eerste maand van het jaar. En in de laatste maand trad zijn zoon Edward VIII, de nieuwe koning, af ten gunste van zijn broer, en daarmee van diens kinderen.
Maar die broer zag dat helemaal niet als ”ten gunste van”. „Dat dit mij overkomt”, kreunde hij. Zijn woedeaanvallen –om kleinigheden– leken op epilepsie, waarbij vooral het tandenknarsen opviel. „Dan schopte hij prullenmanden door de kamer of wrong hij in zijn frustratie een spons uit de badkamer aan stukken.” Zijn vrouw en jongste dochter wisten hoe ze ermee moesten omgaan.
Hertog Albert van York werd koning George VI, tegen wil en dank. Op de kroningsdag kregen zijn beide dochters een duidelijke instructie: „Niet giechelen of elkaar aankijken, en tenminste een van hun kleine, gehandschoende handen moest steeds geheven zijn.”
Nieuwe plek
Elizabeth was opeens kroonprinses en had daarmee een andere positie dan haar zusje. Margaret was zich daar heel goed van bewust: Lilibet kreeg nu apart les, een eigen zitkamer, een eigen hofdame en extra aandacht van haar vader. De nummertweepositie in een koningshuis gaat sommigen goed af –zoals ‘onze’ prinses Margriet en prins Constantijn–, maar zorgt bij anderen nogal eens voor problemen. Margarets worsteling om een plek te vinden was vaak een bron van spanningen.
Ondanks het grote verschil in karakter en functie bleef de band tussen de zussen hecht. Volgens Morton is Margaret altijd loyaal gebleven aan haar zus.
Prins Philip
Elizabeth was dertien toen ze belangstelling kreeg voor de vijf jaar oudere prins Philip. Deze verre achterneef had geen geld, wel blauw bloed: hij was verwant aan de koninklijke en keizerlijke families van Engeland, Rusland, Duitsland, Denemarken en Griekenland. Dat was voor Elizabeth echter niet belangrijk. Haar ouders waren sceptisch, maar voor haar is er nooit meer een andere man in haar leven geweest – ze waren 73 jaar getrouwd.
Elizabeth was niet alleen loyaal aan haar man, maar ook aan haar functie. Ze deed wat ze in 1947 op haar 21e verjaardag had gezegd tijdens een toespraak in Kaapstad: „Ik verklaar dat ik mijn hele leven, of dat nu lang of kort duurt, zal wijden aan het grote Britse rijk waartoe we allen behoren.” Het werd een lange periode: Elizabeth zit al bijna zeventig jaar de troon. Naar verluidt schonk Philip haar bij die verjaardag een familiebijbel die was afgezet met edelsteentjes. Hij was er overigens niet bij, tijdens die reis naar Zuid-Afrika, die het laatste overzeese bezoek van koning George VI zou blijken te zijn, en ook de laatste reis voordat de verloving van Philip en Elizabeth eindelijk mocht worden afgekondigd.
Morton weet het allemaal levendig te beschrijven: „Op hun huwelijksdag werd Philip een koninklijke hoogheid, maar ook baron van Greenwich, graaf van Merioneth en hertog van Edinburgh. (Een dag daarvoor was hij ook al tot Ridder in de Orde van Kousenband geslagen.) Het was veel om één man op één dag te schenken, vooral iemand wiens aardse bezittingen in twee koffers pasten en die met gestopte sokken aan zijn voeten in het huwelijk trad.”
Relaties
Margaret had een veel turbulenter huwelijksleven dan haar zus. Als kind was ze schandelijk verwend en zelden gecorrigeerd. Het is voer voor psychologen wat daarvan het gevolg is geweest voor haar latere gedrag.
Ze papte aan met een getrouwde luchtmachtkapitein, Peter Townsend (1914-1995). Zijn huwelijk liep dan ook op een scheiding uit. Margaret moest twee jaar wachten tot ze –vanaf haar 25e verjaardag– zonder toestemming van de regering kon trouwen. En toen zag ze ervan af. Morton noemt als reden dat de liefde tussen Margaret en Townsend bekoeld was. Anderhalve pagina verderop komt hij met een andere reden: Margarets besluit om niet met een gescheiden man te trouwen, zou op haar geloofsovertuiging gebaseerd zijn geweest.
In februari 1960 maakte Buckingham Palace bekend dat Margaret zich had verloofd met fotograaf Antony Armstrong-Jones (1930-2017), beter bekend als Lord Snowdon. In mei trouwden ze, in 1961 en 1964 werden hun kinderen David en Sarah geboren. Margaret en haar man hadden buitenechtelijke verhoudingen. Hun huwelijk hield dan ook geen stand. Nadat ze in 1976 waren gescheiden van tafel en bed, gingen Margaret en Lord Snowdon twee jaar later definitief uit elkaar.
Margaret had relaties met de jazzpianist Robin Douglas-Home en popzanger Roderic Llewellyn. Terwijl Townsend zestien jaar ouder was dan Margaret, was Llewellyn zeventien jaar jonger dan zij. Haar affaires veroorzaakten opschudding. Een Britse parlementariër die Margaret een parasiet noemde, kreeg een berisping. Toen de prinses in 1980 Canada bezocht, spaarden de kranten haar hun kritiek ook niet: de Toronto Sun had het over een „losbandige koninklijke snol” en de Edmonton Sun over een „verlopen lid van het koninklijk huis.”
De levensstijl van de zussen leek niet op elkaar. Margaret rookte en dronk, ook al had ze bij haar vader gezien hoezeer dat de gezondheid kan aantasten. Veel roken bleef ze doen, ook na een longoperatie. In de boulevardpers werd ook gesproken over drugsexcessen. Wat haar zus, de koningin, ervan gedacht en gezegd heeft, is paleisgeheim.
Margaret kreeg vier keer een beroerte, kwam in een rolstoel terecht en was nagenoeg blind, zodat ze „nog maar een deerniswekkende huls leek te zijn van de glamoureuze, levendige vrouw die ze ooit was.” Ze overleed op 71-jarige leeftijd en werd gecremeerd.
Steun
Andrew Morton wil de positieve kant van Margaret laten zien. De steun die ze haar zus bood. „De koningin en haar zus hadden een unieke, innige band. Margaret was een van de weinige mensen die de koningin volledig kon vertrouwen.” En ook dit: „In contrast met haar feestbeestimago was Margaret al vanaf jonge leeftijd een toegewijd christen.”
De prinses –over haar gaat dit boek vooral– is eenzijdig beoordeeld, is Mortons boodschap. „In de ogen van het volk was prinses Margaret een societyfiguur die haar tijd vooral feestend en lanterfantend in de Cariben doorbracht. Maar wat buitenstaanders minder goed weten, is dat ze haar leven in dienst stelde van haar zus en zich inspande om de waarden uit te dragen van de monarchie die haar zus vertegenwoordigde.” De zus die ze soms dagelijks aan de telefoon had.
Elizabeth & Margaret. Een prachtig portret van een ingewikkelde maar onbreekbare zussenband, Andrew Morton; uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam; ISBN 9789026356421; 315 blz.; € 24,99