Vakbonden zien niets in langere werkweek
Vakbonden CNV en FNV zijn fel gekant tegen een langere werkweek. Werkgeversvereniging AWVN zegt juist dat een langere werkweek kan helpen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken.
„Een langere werkweek is het slechtst denkbare idee, in een tijd waarin de onbetaalde zorgtaken toenemen door de vergrijzing, vrouwen meer uren werken dan ooit en het aantal burn-outs door het dak gaat. Volstrekt achterhaald”, zegt CNV-voorzitter Piet Fortuin in een verklaring.
Volgens hem prijzen werkgevers die alleen 40 uurcontracten bieden zichzelf uit de markt. „Zeker voor jongere werknemers, die een goede balans thuis vanzelfsprekend vinden. CNV pleit daarom ook voor de 30-urige werkweek. Laten we niet teruggaan naar de overspannen economie van voor de coronacrisis. We moeten niet langer werken, maar slimmer werken”, aldus Fortuin.
FNV heeft al eerder gezegd dat meer uren werken geen oplossing is voor de krapte op de arbeidsmarkt. „Meer uren werken, zoals werkgevers willen, is geen oplossing. We werken in Nederland al met veel mensen, flink wat uren, en ook nog eens tijdens een lange periode in ons leven”, stelt FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha.
AWVN zegt verder dat hogere lonen niet zullen helpen bij de krapte. CNV is het ook daar niet mee eens. „In een florerende economie klagen werkgevers dat ze geen mensen kunnen vinden en opdrachtgevers moeten afbellen. Het geld is dus beschikbaar voor meer loon. Werkgevers moeten gewoon over de brug komen.” FNV sluit zich hierbij aan. „Mensen moeten meer loon en zekerheid krijgen, dan wordt werk in kraptesectoren weer aantrekkelijker.”
CNV vindt het wel een goed idee als mensen die nu aan de kant staan meer perspectief op werk krijgen, zoals AWVN voorstelt. Fortuin: „Maar de bal ligt ook hier weer bij werkgevers. Mensen met een migratieachtergrond worden vaak niet uitgenodigd voor een gesprek. Ook oudere werknemers staan nog te vaak aan de kant, blijkt uit ons vorige week verschenen onderzoek. Kapitaalvernietiging. Goed als werkgevers breder kijken en ook deze groep meer kansen bieden.”