Aardwarmte kan worden gebruikt om woningen, of bijvoorbeeld kassen, te verwarmen. Dat gebeurt door twee diepe putten te boren. Door de ene put wordt heet water uit de bodem omhooggepompt, door de andere put gaat het afgekoelde water weer terug de bodem in. Als dat alles goed wordt uitgevoerd, is het een schone energiebron. Er kunnen echter ook dingen misgaan en dat kan leiden tot risico’s voor het milieu en het drinkwater.

Ook de Algemene Rekenkamer kwam onlangs nog met een kritisch rapport over de risico’s. Zo kunnen de buizen gaan roesten en daardoor gaan lekken. Als dat gebeurt, kan zout water uit de diepe ondergrond weglekken naar zoetwaterlagen die worden gebruikt voor de winning van drinkwater. De rekenkamer oordeelde in juni dat de overheid nog te weinig doet om zulke risico’s te verkleinen. In het donderdag verschenen rapport meldt SodM dat aan betere wet- en regelgeving en normen wordt gewerkt, maar dat de huidige normen niet voldoen.

Geothermie kan mogelijk ook leiden tot aardbevingsrisico’s, bijvoorbeeld in gebieden waar natuurlijke breuklijnen zijn of waar gaswinning plaatsvindt. In zulke gebieden is terughoudendheid volgens SodM op zijn plaats „tot het moment dat er voldoende data beschikbaar is om risico’s goed te kunnen inschatten”.

SodM signaleert dat er „regelmatig integriteitsproblemen zijn bij oudere geothermieputten”. Dat noemt de toezichthouder een risico voor grondwater en milieu.

Vanwege de verbeteringen vindt de toezichthouder het niet meer nodig om verscherpt toezicht te blijven houden op de gehele geothermiesector. Bij bedrijven „die qua veiligheid achterblijven” blijft het verscherpte toezicht wel in stand.