Binnenland

Zeeland exporteert verdronken dorpen

Een Zeeuws exportartikel, zo zien Zeeuwse archeologen de thematiek rond de verdronken dorpen graag. Valkenisse is stellig het bekendste verdronken dorp, maar daarnaast zijn er nog tientallen andere. En in de toekomst, al is dat niet te hopen, misschien nog veel meer. Een recente wetenschappelijke studie spreekt over de Noordzee die binnen enkele jaren oprukt tot Apeldoorn. „Het thema is actueler dan ooit”, stelt archeoloog Jan Kuipers.

Jacob Hoekman
25 November 2004 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:55Leestijd 4 minuten
Het Zuid-Bevelandse dorp Reimerswaal verdronk in 1631. Deze kopergravure uit 1696 toont „Rommerswael aen de zee-kant”, op een moment dat het dorp nog niet geheel verzwolgen is. „Meest geinundeert of wegh gespoelt”, luidt de tekst onder het opschrift. De n
Het Zuid-Bevelandse dorp Reimerswaal verdronk in 1631. Deze kopergravure uit 1696 toont „Rommerswael aen de zee-kant”, op een moment dat het dorp nog niet geheel verzwolgen is. „Meest geinundeert of wegh gespoelt”, luidt de tekst onder het opschrift. De n

Toegegeven, de bedoelde Amerikaanse studie van dit jaar heeft het over een ”worst case scenario”. Alleen in het slechtste geval zal Apeldoorn een kustplaats worden. Hoe dan ook, feit is dat de belangstelling voor het thema toeneemt, zowel bij de burger als bij de politiek.

Dat laatste bleek woensdag weer, toen de Zeeuwse gedeputeerde H. van Waveren in Zierikzee de resultaten van het onderzoek ”Waardering terreinen van archeologische betekenis” aan wethouder W. J. van der Wekken van de gemeente Schouwen-Duiveland overhandigde. Het doel van het onderzoek is een betere bescherming van het archeologische erfgoed in de provincie. Schouwen-Duiveland is de eerste gemeente die de resultaten van het provinciale onderzoek gaat verwerken in de nieuwe bestemmingsplannen.

Dat betekent concreet dat onder meer het verdronken dorpje Weldamme bij Zierikzee binnenkort een beschermde status krijgt. Het dorpje hoorde bij kasteel Weldamme, een vesting die in 1718 door het verleggen van een aantal dijken onder water kwam te staan. Het betekende het definitieve einde voor het kasteel, dat in 1600 al eerder tijdens een springvloed verdronk. In 1954 kwamen de resten van de nederzetting aan het licht.

„Steeds meer wordt het belang ingezien van een goede bescherming van deze waardevolle locaties”, zegt Kuipers. Onder zijn redactie verscheen deze maand een boek over verdronken dorpen en verdronken land in Zuidwest-Nederland. Het rijk geïllustreerde werk, dat de titel ”Sluimerend in Slik” meekreeg, draagt een opvallend motto van de Groningse dichter Hendrik de Vries: „Toen de zondvloed begon, toen zeiden de menschen tegen elkaar: „Dat is wat we moeten hebben, dat wordt een uitstekend jaar.””

„Uit dat motto spreekt het onvoorziene, het tijdelijke van alles wat we hier bouwen”, zegt Kuipers. „We gaan meer en meer inzien dat landaanwinning en landverlies altijd al hebben samengehangen. De zee kan nu eenmaal niet eindeloos worden ingeperkt. Land dat in vroegere eeuwen werd gewonnen, is door overstromingen op andere plaatsen ook vaak genoeg weer prijsgegeven.”

Voor Kuipers, die als documentalist bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) werkt, zijn de verdronken nederzettingen in de achterliggende tijd meer gaan leven. „Als ik op het strandje bij Wemeldinge loop, raap ik vaak genoeg stukken steen op met figuren erin. Grote kans dat die afkomstig zijn van een verdronken dorp, bijvoorbeeld van een stadhuis. Er zijn nog veel sporen terug te vinden.”

De aanwezigheid van verdronken dorpen is typisch Zeeuws, zegt de archeoloog uit Kattendijke. „Nergens anders in Nederland heb je zo veel verdronken gebieden. Dat komt omdat het land hier tussen twee zeearmen ligt, de Ooster- en de Westerschelde.” Wel heeft ook het noorden van Duitsland een streek -in de deelstaat Sleeswijk-Holstein- waar in het verleden diverse nederzettingen zijn overspoeld.

Het verdronken dorp Valkenisse, in het oosten van Zuid-Beveland, spoelde in 1990 weer bloot nadat het in 1682 verdronk. Dat leverde een schat aan informatie op. De vindplaats werd op een wetenschappelijke manier onder handen genomen. „Valkenisse is vaak het Zeeuwse Pompeï genoemd”, zegt Kuipers. „Dat is overdreven, maar feit is wel dat we nu veel meer weten over de dorpssamenleving in die tijd. Het unieke is dat je door zo’n overstroming geen vervuiling meer hebt van latere tijden. Er gaat als het ware een deksel op, dat pas eeuwen later weer wordt weggehaald.”

Ook andere verdronken dorpen mogen op een zekere bekendheid bogen omdat hun namen nog voortleven. Reimerswaal bijvoorbeeld, ooit een kerkdorp op Zuid-Beveland, nu nog de naam van een gemeente. Of Wissenkerke, Kortgene, Arnemuiden en Krabbendijke, die later gewoon weer -vaak op een andere plaats- zijn opgebouwd.

Als Kuipers langs de locaties banjert waar de sedert eeuwen verstorven dorpjes zich bevinden, wordt hij vaak getroffen door de mysterieuze sfeer. „Het is anders dan een project op het land. Door het tij is de plek vaak maar een paar uur per dag beschikbaar. Als je dan bijvoorbeeld skeletresten tegenkomt, zet dat je wel aan tot overpeinzing. Die dorpen vormen een levende symboliek van vergankelijkheid.”

Mede n.a.v. ”Sluimerend in Slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland”, door Jan J. B. Kuipers (red.); uitg. Den Boer/De Ruiter, Vlissingen, 2004; ISBN 90 74576 50 8; 120 blz.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer