ASML daalt in hogere AEX ondanks verhoging omzetdoel
ASML werd woensdag licht lager gezet op de Amsterdamse beurs. De chipmachinemaker liet voorafgaand aan zijn beleggersdag weten de omzetverwachting voor de komende jaren flink te verhogen en de aandeelhouders te belonen. Beleggers en analisten waren echter niet onder de indruk van de boodschap van ASML. De nieuwe doelen van het bedrijf lagen daarbij min of meer in lijn met de verwachtingen van de markt.
ASML daalde 0,4 procent bij de hoofdfondsen op het Damrak. Het bedrijf uit Veldhoven verwacht door de grote vraag naar chips en zijn machines om die te maken in 2025 een omzet die kan uitkomen op wel 30 miljard euro. Eerder werd gerekend op een omzet tot 24 miljard euro. Ook voor de jaren na 2025 voorziet het bedrijf „significante groeikansen”. Daarnaast wil ASML zijn aandeelhouders belonen met een hoger dividend en de inkoop van eigen aandelen.
De chipsector stond in de afgelopen twee handelsdagen zwaar onder druk door de oplopende rente op de financiële markten, die een negatieve impact kan hebben op de winstgevendheid van de snelgroeiende tech- en chipbedrijven. ASML zakte dinsdag alleen al ruim 7 procent. Branchegenoot ASMI (plus 2,9 procent) toonde daarentegen wel herstel en behoorde tot de grootste stijgers in de AEX. Deutsche Bank verhoogde het koersdoel voor de chiptoeleverancier, die dinsdag een investeerdersdag hield. Besi won 0,8 procent.
De hoofdindex op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,8 procent in de plus op 779,58 punten. Een dag eerder verloor de hoofdindex nog bijna 2 procent. De MidKap klom 0,7 procent tot 1071,48 punten. De graadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs stegen tot 1 procent.
Olie- en gasconcern Shell, dat de afgelopen dagen profiteerde van de sterk oplopende prijzen van olie en gas, was de grootste daler in de AEX met een min van dik 1 procent. Fintechbedrijf Adyen veerde op na de recente koersdruk en ging aan kop met een winst van 3,3 procent.
In Hongkong maakte Evergrande een koerssprong van bijna 12 procent. Beleggers reageerden verheugd op berichten dat de Chinese overheid er bij staatsbedrijven op aandringt om een deel van de activa van de noodlijdende Chinese vastgoedontwikkelaar op te kopen.
Een vat Amerikaanse olie werd 1,9 procent goedkoper op 73,89 dollar. Brentolie kostte 1,7 procent minder op 77,70 dollar per vat. Dinsdag ging de prijs van Brentolie nog voor het eerst sinds oktober 2018 voorbij de 80 dollar per vat. De euro was 1,1657 dollar waard tegen 1,1682 dollar een dag eerder.