Cultuur & boeken

Omwenteling in universiteitsstad Jena

De thans in de Duitse deelstaat Thüringen gelegen universiteitsstad Jena was vanaf 1741 deel van het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach.

Dr. Hans Ester
24 September 2021 18:03

Vooral door de actieve politiek van hertog Karl-August ontwikkelde Jena zich aan het eind van de achttiende eeuw tot het epicentrum van een revolutie op het gebied van het denken, van de godsdienst en de letteren. Over deze omwenteling gaat het boek ”De republiek der vrije geesten. Jena, het Oost-Duitse stadje waar de briljantste intellectuelen samenkwamen in 1800”. De schrijver Peter Neumann (geboren in 1987) doceert aan de universiteit van Jena.

Wie waren deze vrije geesten? In de eerste plaats de filosofen Johann Gottlieb Fichte en Friedrich Wilhelm Schelling. Zij probeerden als leerlingen van Immanuel Kant de filosofie een andere richting te geven. Het was bepaald geen harmonie tussen beiden. Terwijl Schelling de verbeeldingskracht van groot belang achtte, natuur en geest als eenheid zag en op grond hiervan het denken met het gevoel verbond, stelde Fichte de geest juist boven de natuur en was de wereld voor hem een constructie van het denkend ik.

Idealisme

Wie ook maar iets weet van het zogeheten idealisme binnen de Duitse wijsbegeerte zal de typering van Schellings denken tegenover Fichte vaag en te algemeen vinden. Die kritiek is volkomen terecht. Om de finesses van hun denken te begrijpen en bijvoorbeeld het atheïsme van Fichte te leren kennen, is een aparte studie nodig.

Fichte en Schelling waren niet de enigen die iets met de universiteit van Jena en met de residentie Weimar hadden. De dichter Goethe (die tevens minister van mijnbouw was) woonde in Weimar. Samen met de andere dichterlijke grootheid Schiller kwam hij van tijd tot tijd naar Jena om toneelopvoeringen bij te wonen of om een beetje tot rust te komen.

Als intellectuele magneet trok Jena ook mensen als de gebroeders August Wilhelm en Friedrich von Schlegel aan, eerstgenoemde als begaafde vertaler van Shakespeare en zijn tijdgenoten, zijn broer als eminent kenner van de literatuur uit verleden en heden. Daarmee is het rijtje beroemdheden nog allerminst compleet. Johann Gottfried Herder –zeer belangrijk voor het volksbegrip van de romantiek– was in Weimar superintendent binnen de Lutherse Kerk. Uit Berlijn kwam de theoloog Friedrich Schleiermacher naar Jena. Schleiermachers boek ”Over de religie. Betogen voor de ontwikkelden onder haar verachters” uit 1799 was in heel Duitsland onderwerp van gesprek en heftige discussie. Verder is de dichter Novalis van groot belang. Zijn geschrift ”De christenheid of Europa”, waaruit hij in Jena voorlas, kreeg hevige kritiek. Ongenoemd bleven nog de dichter Ludwig Tieck, de schrijfster Dorothea Veit, de revolutionaire Caroline Schlegel en sprookjesverteller Clemens von Brentano.

Enthousiasme

Peter Neumann weet heel veel. Hij loopt over van enthousiasme voor de historische periode in de geschiedenis van Jena die in 1806 met de nederlaag van Pruisen in de strijd tegen Napoleon eindigde. Dit jaar 1806 is een groot verliesjaar. Het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie (het Eerste Rijk) hield na duizend jaar op te bestaan.

De schaduwkant van Neumanns grote trommel met kennis is dat hij alles wil vertellen, niet alleen de filosofische disputen, maar ook de liefdesaffaires, de lichamelijke kwalen en de ellende van de postkoetsen. Voor de Nederlandse lezer die niet thuis is in de intellectuele geschiedenis van Duitsland, is dit daarom een veelal ontoegankelijk boek.

Zonder verklarende voetnoten weet vrijwel niemand hoe invloedrijk Friedrich Schleiermacher was of in welke verhouding het ”Tübinger Stift” (waar Hegel, Schelling en de dichter Hölderlin student waren) tot de theologische faculteit van de Tübinger universiteit stond. Wat moet de lezer met de naam van de schrijver Wilhelm Wackenroder, wanneer diens ”Hartekreten van een kunstminnende kloosterbroeder” niet verduidelijkt wordt. En ook de vrijgevochten Madame de Staël, vijandin van Napoleon en idolaat van de Duitse cultuur, komt niet uit de verf.

Minder zou meer zijn geweest. Dat bewijst het hoofdstuk ”Dienstbare geesten: naar de maan en weer terug” over de vormleer van Goethe en over de discussie van Goethe met Schiller. Kortom: dit is een boek met een overladen inhoud dat voortdurend in vragen verzandt.

Boekgegevens

De republiek der vrije geesten. Jena, het Oost-Duitse stadje waar de briljantste intellectuelen samenkwamen in 1800; Peter Neumann, uitg. Uniboek/Het spectrum; 231 blz.; € 24,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer