Vrachtrijders blazen actie in Parijs af
De sinds maandag demonstrerende Franse vrachtrijders hebben hun voorgenomen demonstratie in Parijs woensdag afgeblazen.
De bedoeling was dat ongeveer 1000 eigen vervoerders naar het ministerie van Transport zouden trekken om fiscale en sociale versoepeling te eisen in verband met de voortdurend stijgende prijs voor dieselolie. Sinds januari is die met bijna een kwart gestegen.
Maar politie en gendarmerie hebben in het hele land vrachtwagens bij tientallen van de autosnelwegen geplukt, bijvoorbeeld tachtig bij Saumur en nog eens vijftig bij Amiens. De politie in Parijs kondigde een verbod voor vrachtwagens af in en om de Franse hoofdstad en dreigde chauffeurs meteen hun rijbewijs te ontnemen. Woensdag deed premier Raffarin er nog een schepje bovenop: „Demonstreren oké, blokkeren nee”, riep hij boos. Vanaf woensdagmiddag stroomde de oproerpolitie toe op de toegangswegen naar Parijs en op de Périphérique, de grote rondweg om de stad. Dat wapengekletter bleek effectief. De eigen rijders zinnen voor zaterdag op andere acties in de provinciesteden.
Jean-Pierre Morlin, voorzitter van de OTRE (Organisation des Transporteurs Routiers Européens) spreekt vooralsnog niet van een mislukte actie, maar vindt het recht om te demonstreren aangetast. „Er was geen sprake van blokkades”, meende hij.
In het verleden hebben demonstrerende vrachtrijders Frankrijks economie al meerdere malen twee tot drie weken platgelegd met blokkades. Bij het Noord-Franse Lille zijn in 1992 zelfs tanks van het leger ingezet om vrachtwagens van de snelweg te halen en een einde te maken aan blokkades.
Naast de steeds hogere prijs voor dieselolie protesteren de eigen rijders ook tegen het stringente rijtijdenbesluit voor Franse chauffeurs: maximaal 48 uur per week voor binnenlands vervoer, en 52 voor internationaal transport. Voor andere chauffeurs, en met name die uit de nieuwe Oost-Europese EU-landen, ligt dat aantal veel hoger. Hun salarissen zijn bovendien lager.